1930 “Ons Leven” Nand als student

1930

Getuigenis over hoe Nand overkwam bij zijn medestudenten in Leuven (1926-1930)

In: Ons Leven”, 42ste Jaargang, nrs 12-13, pp 200-201, 10 juni 1930″

In dit nummer neemt de redactie afscheid op het einde van het academiejaar  1929-1930:
Kameraden, Dit is het afscheid van de ouwe redaktie aan U allen!”.
Interessant, in het licht van Nands verdere evolutie, is wat volgt:

“Het rijk der degenereerden en der ontmanden heeft stilaan uitgediend…. en weldra luiden we de Diktatuur van de Jeugd! De jeugd die in haar program heeft geschreven het scheppen van een nieuwe wereldorde: een orde van Tucht, van Harmonie en Rechtvaardigheid. Die orde in Vlaanderen brengen is onze taak van morgen!”.

Over “Mannen van betekenis”, de Leuvense studentenjaren van Nand in het blad “Ons Leven” (de tekeningen zijn ook van Nand, wiens naam hier als “Nant” wordt geschreven, in het groene studentenliedboek staat zijn naam ook zo geschreven in de praeseslijst vooraan, bij jaartal 1929).

Nands verschijning, levenswijze en omgang met anderen had blijkbaar een diepe indruk nagelaten:

“Mannen van Beteekenis” ofte Spieghel memoriael van illustere personagieën dien den roem uitmaken van de LEUVENSCHE STUDENTENWERELD tot stichting ende leringhe van de huydighe en commende generatiën saemgelezen deur die Tamboeren van “ONS LEVEN”

NANT, Summus Pontifex.

Zoo dikwijls ik z’n mooie gigantische gestalte door de straten van Loven zag zweven, onbewust van de geweldige waardigheid die op haar schouders rustte, en kinderlijk omkranst door ’n gerbe frissche en levensblije Schachten.
Zoo dikwijls is z’n glundere oogen zag, blikkerend van heerlijke openhartigheid, in dien snedig gehouwen kop, waarop ’n geweldige haarwildernis sprak van wild-stoute droomen, en blij schoonheidsverlangen.

Zoo dikwijls ik z’n zwaar-harmonieuse stem hoorde, die trilde als cello-gestrijk van inwendige aandoening en openplofte in de zielen met een katarakte van stijgerende beeldengloed!
Zoo dikwijls heb ik gedacht aan de brutale oneindigheid van de zee, met haar kalm-effene stilten, waaronder de afgronden van leven en gebreidelde krachten, die hoog-op zwieren in brakende bergen, onder de zweepslag van striemende winden.
Zoo dikwijls heb ik gedacht aan die fantastische Veurne-ambachtsche luchten boven zware poldervlakten.
Aan de zingende kalmte van ’n nacht aan duinenstrand.
Aan de reuzen gestalten van hoekige visschers, die in hun oogen dragen de melancholie van het eeuwige water.
Zoo heb ik van U gehouden, Nant, omdat ge goed zijt, en het leven bemint in de schoonheid van de harmonie.
 – omdat ge idealen hebt in forsche lijnen en effene kleuren!
 – omdat ge ’n kunstenaar zijt in uw menschzijn!
Ge zijt geen student geweest zooals wij allen, die ons dagelijksch leventje leiden tusschen pot en studieboek en dilettantisme, geen die zich tot doel stelde een populaire figuur of een jouissante drinkebroer, of een flink onderlegde capaciteit te worden! Neen!
 Maar de schoonheid hebt ge opgezocht waar die te vinden was, ook onder de studenten, en van die schoonheid hebt g’ons laten genieten: de kunst van uw woord, de kunst van uw pen, de kunst van uw penseel! –

–  Dààrdoor, Nant, hebt ge U een plaats ingeruimd in de geschiedenis van de Leuvensche Studentengeneraties!

Altijd zullen wij, die ons zijn vrienden mochten noemen, blijven gedenken dat heerlike Kot op de Frederik Lintstraat, waar Nant leefde in een hemel van schilderijen en teekeningen en… verfpotjes, waar je zóó gezellig kon praten gehuld in blauwe wolken uit Nant’s kromme pijp, en waar de laatste zin steeds was… “een ode aan de Zee, haar Gudrun’s en haar Vikings!” –
  –  In dàt kader, Nant, vergeten wij U nooit!

een foto van Nand thuis te Oostende, met pijp en “haarwildernis” , uit die tijd:

Met de “lange pijp” en het gezelschap van een hondje:

Met pijp en hoed op het strand:

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *