1941 Fotoalbum van de reis

(zie ook de algemene pagina “Dichterreis doorheen het Duitse Rijk” – met de verwijzing naar het “KZ Buchenwald”- en de pagina “Reisprogramma“)

Cover van het ‘herinneringsalbum” Dichterfahrt durch deutsches Land 1941 (32 x 30,5 cm). Iedere deelnemer werd achteraf een uniek exemplaar toegestuurd, met ingekleefde foto’s. Het exemplaar van Nand werd waarschijnlijk door zijn vader (of door hemzelf) vernietigd, tezamen met andere bezwarende documenten uit vrees voor inbeslagneming tijdens huiszoekingen. Tot nu toe zijn slechts twee (van de ca 25) albums opgedoken, beide in privébezit.

Van iedere deelnemer werd een afzonderlijk portret gemaakt:

Een eigen collage van alle deelnemers (dus niet in het album). Nand onderaan, links van hem de eigenaar van dit overgeleverd exemplaar, de Friese dichter Rintsje Sybesma (1894-1975). Het was diens zoon die het album bewaarde door het in de tuin te begraven, hij was toen 13:

Paginavoorbeelden
+ links Nand. Foto getrokken in Salzburg, Petersfriedhof (oudste kerkhof van de stad, gesitueerd aan de voet van de “Festungsberg” met catacomben uitgehouwen in de rots en bovenaan de “Festung Hohensalzburg“):

Huidige toestand, achteraan de hoogoplopende wand van de “Festungsberg”:

+ “Auf den Festung Hohensalzburg”, Nand midden achteraan (met lichte hoed en jas):

Midden rechts op de uiterste hoek van de vestingmuur is het uitkijktorentje met de boom te zien waarvoor het gezelschap poseerde. De locatie is nu een brasserie/restaurant.

+ “Berlin: Im Hotel Kaiserhof”, vlnr: Ernest Claes, Felix Timmermans, Alfredo Acito (Italië)

Hotel Kaiserhof zoals het er toen uitzag (vernield in mei 1945):


Vertaald fragment over het album uit “Dichte dichter, Tage nicht”, het boek dat Rutger Hausman hierover schreef in 2004. Het boek met de bijhorende DVD waarop o.a. een kopie van het reisalbum is nog steeds te bestellen via Amazon. De cijfers in superscript voor de verwijzingen zijn overgenomen en zijn hier te vinden onder de tekst (met excuses voor de soms nog Duits klinkende wendingen, voor de vertaling werd hoofdzakelijk Google Translate gebruikt).

“Nog uitgebreider was een persoonlijk ontworpen souveniralbum, dat ook per koerier [zie cd-rom] naar de deelnemers werd gestuurd. Het bevat tal van met de hand gelijmde foto’s, waaraan verklarende handtekeningen in rode inkt in decoratieve cursief zijn toegevoegd. Het enige exemplaar van dit album dat tot nu toe is gevonden, is van de erfgenamen van de Westfriese dichter Rintje Pieter Sybesma. Het bevat 24 portretfoto’s (23, als je die van de reisleider Henning verwijdert) van Duitse en buitenlandse schrijvers en nog eens 54 foto’s van de reis, met het bezoek aan de Rijkskanselarij (Berlijn) en de ontvangst door het echtpaar Goebbels als hoogtepunt. 92 Het was niet duidelijk of de groep werd vergezeld door een eigen fotograaf of dat het geselecteerd persmateriaal was. De kwaliteit van de foto’s duidt in ieder geval op professionaliteit. Omdat het gedenkboek uniek is, kon niet worden vastgesteld of alle exemplaren dezelfde foto’s bevatten, of dat de foto’s ‘ad personam‘ zijn geselecteerd die de dichter in zijn of haar omgeving tonen. Allereerst volgen de foto’s van de reizigers in alfabetische volgorde, waarbij opvalt dat van het begeleidend personeel alleen foto’s van Rothem (blz. 10b) en Henning 93 worden getoond.  Ontbreken: B. Heller, von Hutten, Cortes, Teckel, e.a..; Rothem werd tot de schrijvers gerekend en kreeg een plaats. Hager tekende als schenker van het geschenk. 94 Het doel van dit uitgebreide geschenk lag niet in de laatste plaats in het versterken van het gemeenschapsgevoel van de deelnemers aan de reis, die goed wisten dat ze samenwerkten met een tegenspeler die door een groot deel van hun landgenoten werd gehaat of afgekeurd. De foto’s tonen slechts zelden gebouwen of landschappen, maar bijna uitsluitend groepen mensen in gesprek in vergaderruimten, ontvangstruimten in gemeentehuizen, in hotelhallen of wijnbars, en af ​​en toe de hele groep toeristen die in de bus willen stappen, een gebouw willen bezoeken of van een hoogte neerkijken op het land dat zich voor op hun voeten uitstrekt. Vrijwel elke foto toont buitenlanders en Duitsers samen, waarbij de locatie geen grote rol speelt, afgezien van de Nieuwe Rijkskanselarij. Weimar is negentien keer vertegenwoordigd, Wenen negen keer, Berlijn acht (nvdr.: hier bv ook Felix Timmermans en Ernest Claes) , München vijf, Salzburg en Rhein-Main-Gau vier, Meersburg en Baden-Baden twee en Bonn één keer. Frankfurt, Heidelberg95, Freiburg en Straatsburg ontbreken dus, waarbij de laatste plaats als nieuw bolwerk tegen Frankrijk, waartoe de stad al meer dan tweehonderd jaar behoorde, bijzonder symbolisch zou zijn geweest. In het Weimar-gedeelte kun je ook dichters zien die de reis niet hebben gemaakt en zich alleen bij de groep in de Goethe en Schiller Stadt hebben gevoegd (nvdr: bv. Filip De Pillecyn). Veelbetekenend is dat het einde van het boek een foto toont van Goethes tuinhuis in het Park An der Lim, dat tot 1782 de hoofdverblijfplaats was van de dichter, waar veel van zijn belangrijkste werken werden gemaakt (blz. 39b). De reis wordt dus onder de bescherming van de Weimar-dichter prins geplaatst. Groepsfoto’s zijn tegenwoordig uit de mode, maar hadden toen, net als voorheen, een identiteitsvormend karakter.

Opvolger van het reisalbum zou een prachtig uitgegeven boek met de werktitel “Freundschafts Buch einer Dichterreise” worden, dat Veit Bürkle, alias Karl Heinrich Bischoff, al sinds 1 oktober 1941 wilde uitgeven,  na langdurige onderhandelingen met de ‘gearianiseerde’ Paul Zola uitgeverij in Wenen, kennelijk bedoeld om een ​​soortgelijk doel na te streven. Op 23 februari 1942 schreef hij aan zijn medereiziger August Hinrichs: ‘Ik herinner me nog onze reis samen door het herfstlandschap aan de Rijn, de Bodensee en de Donau, en tussen allerlei werkzaamheden door kijk ik wel eens op en denk terug aan die tijd. Tijdens de reis heb ik de suggestie gedaan om voor deze reis een vriendschapsboekje samen te stellen met bijdragen van de individuele deelnemers. De heren die ons vergezellen, hebben deze suggestie overgenomen. […] Het moet bijdragen bevatten van de auteurs die aan deze reis hebben deelgenomen, hetzij poëtische bijdragen uit het vorige werk, hetzij bijdragen die speciaal voor dit boek zijn geschreven. Ik geloof dat we ons het beste uitdrukken als we ons uiten vanuit ons poëtische werk, maar ik kan me voorstellen dat de ene of de andere van onze reisgenoten bv. graag iets wil zeggen over de reis of over de medewerking van de intellectuele scheppers in Europa en ik wil dergelijke bijdragen niet uitsluiten”.96 Op 5 maart bevestigde hij de ontvangst van Hinrichs bijdrage zonder dat we de aard ervan kennen. “Ik ben het helemaal met je eens dat het voor dit boek veel leuker is om een ​​eigen poëtische bijdrage te hebben dan een reisbeschrijving op te schrijven van bijvoorbeeld Bonn naar Wenen. Als dat laatste zou moeten zijn, dan is het waarschijnlijk beter dat één van de buitenlanders dat doet en wij Duitsers iets halen uit ons eigen werk ”. Deze buitenlander was Kivimaa, wiens verslag, zoals ik al zei, werd uitgegeven door Bischoff. Het vriendschapsboek kon niet bibliografisch worden bewezen. Het plan is waarschijnlijk verlaten vanwege de oorlog. Bischoff was altijd opgetogen over de reis, die een blijvende ervaring was, “omdat de ontmoeting met veel schrijvers pas compleet is als deze door het medium van de ontmoeting met mensen is gegaan”.97 Bischoff leerde tijdens de reis en de Weimar Dichtersdagen enkele van zijn buitenlandse auteurs kennen: Arvi Kivimaa, Fannie Popowa-Mutafowa, Ferdinand Vercnocke, Mile Budak en Josef Nyirö, hoewel niet alle publicatieplannen werden gerealiseerd.98 


Verwijzingen

90 Alfredo Acito, Italië; Hans Baumann, Duitsland; Veit Bürkle (Karl Heinrich Bischoff), Duitsland; Anton Bonifacić, Kroatië; Kaare Bjoergen, Noorwegen; Gimenez Caballero, Spanje; Jacques Chardonne, Frankrijk; Ramon Fernandez, Frankrijk; Svend Fleuron, Denemarken; August Hinrichs, Duitsland; Einar Howald, Denemarken; Moritz Jahn, Duitsland; Hanns Johst, Duitsland; Marcel Jouhandeau, Frankrijk; Arvi Kivimaa, Finland; Einar Malm, Zweden; Fanni Popowa-Mutafowa, Bulgarije; Carl Rothe, Duitsland; Friedrich Schnack, Duitsland; R. P. Sybesma, Nederland; F. Vercnocke, Vlaanderen; E. Felipe Vivanco, Spanje; Hans Watzlik, Duitsland; Dr. Otto Henning, de gids [de gedeeltelijk onjuiste onderschriften werden hier bewaard, FRH).

91 blad 31b afb. 32 een bezoek aan de Neue Reichskanzlei; Blad 38a: “Weimar: Reichsminister Dr. Goebbels en zijn vrouw in gesprek met Scandinavische schrijvers herkenbaar:  De Pillecyn naast Magda en Joseph Goebbels; de overige drie zouden Hansen, Howald en Fleuron, [FRH] moeten zijn.

nvdr het gaat om deze foto’s

+ blad 31b afb 32, Rijkskanselarij (Nand midden, wat verborgen, aangeduid met witte pijl):

zelfde plek, mei 1945:

Rijkskanselarij, Nand 5de van links:

De foto geeft een vertekend beeld van de grootte van deze zaal, ik vond deze kleurreproductie, midden, achteraan in de verte, de trappen waar de foto is getrokken:

zelfde plek mei 1945:

 

+ Blad 38a, Goebbels met echtgenote Magda, Hausman schrijft ‘De Pillecyn naast Magda Goebbels’, maar dat klopt niet, het gaat om de Noorse dichter Kåre Bjørgen. Deze foto is waarschijnlijk getrokken in ‘Hotel Elephant’ te Weimar:

Kåre Bjørgen in het album genoemd als “Kaare Bjoergen”:

De Pillecyn is wel te zien op deze foto bovenaan, met bril, Nand links van hem, het gezelschap bevindt zich hier in Slot Tiefurt te Weimar voor een “theeontvangst”:

92 drs. Ulco Sijbesma (zoon van R.P. Sybesma) in Sleeuwijk / NL (provincie Friesland) was zo bereidzaam om naar Freiburg te reizen en liet mij deze kopie achter om te kopiëren. Ik dank hem voor de hulp en de leerzame discussies. Hij had het boek aan het einde van de oorlog in de tuin begraven, zodat het boekomslag in de rechter benedenhoek sporen van vocht vertoonde. In zijn bezit is er ook een brief van Dr. Otto Henning (29.1.43), die op pagina 13b als reisleider figureert en het souveniralbum namens Min. Dir. Haegert naar zijn vader stuurde. Het is een boek in liggend formaat (31 cm x 30 cm), karton, bedekt met limoengroen canvas, op de omslag in gouden kapitalen de titel: “Dichterfahrt durch deutsches Land 1941“, die in rode inkt cursief wordt herhaald op het vuile vel . De band telt in totaal 40 ongenummerde vellen bruinbeige karton. Directeur Dr. Franz Leithold van de Universiteitsbibliotheek van Freiburg liet zijn personeel een kopie van het boek van indrukwekkende kwaliteit maken. Veel dank ook aan hem.

93 blad 40a: “Samengesteld door Dr. Otto Henning / in het reclame- en adviesbureau voor Duitse literatuur, Berlijn W 8 ”. Ik heb de paginering voorlopig gemaakt. Het staat daarom niet op de cd-rom.

94 blad 1a: “Ter herinnering / van de reis naar Duitsland / van Europese auteurs / en / van het Weimar / dichtertreffen 1941 / gepresenteerd door / Haegert [= handtekening, zwart-blauwe inkt, FRH] / Ministerialdirigent”.

95 Zie de foto uit de Heidelberger Beobachter, die Dufay (2000), 34f., afdrukt.

96 De correspondentie tussen Bürkle-Bischoff en Hinrichs is in Oldenburg, LB NL Hinrichs.

97 Oldenburg, LB NL Hinrichs (brief van Bürkles dd 15 november 41).

98 Zie voor details Hall (1994) 732, met verwijzing naar een “productieschema van een uitgever sinds 1 oktober 1941”.