1945-1949 Poëtisch gevangenisdagboek

Opmerking: Het volledige, originele dagboek (ingescand) kan hier gelezen worden.

Het dagboek van Nand (geschreven tijdens zijn interneringsperiode (1944-1949) is niet te vergelijken met bv de dagboeken over die periode van Filip De Pillecyn (“Face au mur”) of Ernest Claes (“Cel 269”). Daarin beschrijven de auteurs hun leefomstandigheden tijdens hun gevangenschap en hoe ze zich daarbij voelen: een aanklacht tegen de hen in hun ogen aangedane onrechtvaardigheden.
Bij Nand niets daarvan, behalve enkele schaarse opmerkingen in de marge (“Vrieskou, geen vuur, in de duisternis, mag geen licht meer maken,…”), hier enkel creatief werk: veel poëzie vooral, en het is daaruit dat we zijn gemoedsgesteltenis kunnen vaststellen. Vaak kiest hij dan voor historische figuren die een dergelijk lot te beurt vielen (bv Cervantes, die vijf jaar doorbracht in gevangenschap). Het creatieve werk tijdens deze periode is dus onlosmakelijk verbonden met zijn situatie op dat moment.
Hoewel de gedichten ook los daarvan kunnen gelezen worden, is het toch belangrijk die dimensie in gedachten te houden bij het lezen.

Zelf schrijft hij daarover het volgende in zijn memoires (zie de pagina “Begijnendijk Gevangenis Antwerpen“):

“Daar schier alle gedichten gedagtekend werden, verschijnen zij nu als een curve, die de psychische spanningen aangeeft van een mens in de greep van een nooit aflatend lijden.  Nu eerst geef ik er mij rekenschap van wat daarvan af te lezen valt.  Na de eerste kennismaking met de cel (in de slechtst mogelijke omstandigheden, dat mag worden gezegd) komt, in een andere omgeving, en na de uitgesproken straf, het woord ongehinderd los.  Het is geen dagboek, feiten worden niet aangestipt, tenzij hier en daar in de vorm van een randbemerking “bezoekdag” of wat ook; wel zijn het spontaan opgewelde en in morele pijn neergeschreven reacties.”

Niet alles wat in het dagboek is opgenomen werd in gevangenschap gecreëerd. Wat in inkt geschreven staat dateert zeker uit de periode 1944-1949. Dat geldt ook voor sommige ‘opmerkingen in de marge’ . Maar Nand heeft later, na thuiskomst veel gedichten herwerkt, overgetikt en een doorslag ingeplakt over de originele tekst. Meestal op zo’n manier dat je de ingekleefde stukken nog kan optillen om te lezen wat er onder staat. Sommige persoonlijke opmerkingen, vaak in rood potlood, zijn waarschijnlijk ook later toegevoegd. Het dagboek werd zo intensief gebruikt omdat Nand uit deze verzameling twee dichtbundels heeft samengesteld, allebei verschenen in 1951: “Het Eiland Antilia” en “De Gouden Helm”.

Het poëtisch celdagboek is een gebonden grootboek (ontworpen om bv inkomsten en uitgaven in te noteren), A4/D4 formaat, 27x19x3cm (HxBxD). Voor- en achterzijde hebben een dikke kartonnen kaft. Rugzijde en kafthoeken versterkt met stof. Door het intensief gebruik zijn kaft een rugzijde gedeeltelijk losgekomen (en helaas helemaal door het inscannen…) De bladzijden zelf zijn gelukkig alle nog stevig ingebonden.

Dit is een foto van het boek die de voorzijde toont:



De achterzijde is meer verweerd en afgesleten:

Huidige toestand van de rugzijde:

Voorbeeld van een lege bladzijde:

Het boek werd zowel vanaf de voorzijde als de achterzijde beschreven, dit betekent dat je het boek moet omkeren en omdraaien om vanaf de achterzijde te lezen. Zo tref je na blz. 212 de laatste bladzijde (105) van de achterzijde. Samen telt het boek dus 317 beschreven bladzijden.  Slechts enkele pagina’s zijn  niet beschreven.
In het geheel zijn er ongeveer 160 afzonderlijke pagina’s. Na pagina 212 zijn een viertal pagina’s uitgesneden. Elk katern telt 16 bladzijden .

De voorzijde bevat bijna uitsluitend poëzie.
De achterzijde zijn toneelstukken, soms volledig uitgeschreven, soms slechts aanzetten.
Enkele bladzijden tonen de zorgvuldig bijgehouden boekhouding van de uitgaven en inkomsten (meestal voor de “kantien” van de gevangenis, zeer kleine bedragen). Ook het  weinige geld dat Nands vader zijn zoon toestopte werd genoteerd.

Op het tussenblad (vooraan) kon Nand er niet aan weerstaan een “statement” te maken

:

+ De Onafhankelijksverklaring van de Verenigde Staten uit 1776.

+ Een citaat van Immanuel Kant:

“Als de gerechtigheid verdwijnt dan is er niets meer dat aan het leven der mensen waarde verlenen kan” Dit citaat komt uit Kants: “AA VI, Die Metaphysik der Sitten. … , Seite 332

+ Een stuk uit de redevoering van Louis Pasteur bij de viering van zijn 70ste verjaardag in de Sorbonne:

“Ne vous laissez jamais atteindre par un scepticisme desséchant. Ne vous découragez pas lorsque votre pays traverse des heures sombres. Vivez dans la paix sereine des laboratoires et des bibliothèques. Dites vous d’abord: “qu’ai je fait pour m’instruire?” et, à mesure que vous progressez: ” qu’ai je fait pour mon pays?”. Ceci jusqu’au moment où vous pourrez penser avec un immense bonheur que vous avez contribué en quelque manière au progrès et au bien de l’humanité.’

+ Daaronder tussen haakjes het zinnetje:

(voorgelezen door zijn zoon daar hij niet meer kon spreken)”.

Het is dit zinnetje dat voor mij vele jaren geleden de definitieve aansporing was om hetzelfde te doen voor mijn ouders: een stem geven aan wat anders in de plooien van de geschiedenis zou verdwijnen.

Fragment uit “Louis Pasteur and the Hidden World of Microbes”, Louise Robbins, 2001, p. 111

The Celebration of Pasteur’s 70th birthday at the Sorbonne” (Commons Wikimedia)

)

+ Tenslotte schreef Nand daaronder nog het volgende (Nand bevond zich toen in wat nu de Gevangenis van Merksplas is):

“In de gehele mensheid maar vooral bij de jeugd van alle naties leeft een hartstochtelijk verlangen naar gemeenschap, naar waarachtige eenheid. Uit georganiseerde massa’s: kreet. Het tragische is dat het voor de grote meerderheid bijna onmogelijk is een gemeenschap te zoeken in den staat. De staat is een wezen op zichzelf, een bestuur, een bedrijfsleiding, een demon, die vreemd is aan de menselijke ziel. Cel 34   23.7.47.”


Het poëtisch dagboek is een gebonden registerboek dat Nand gebruikte als manuscript voor zijn ideeën (27x19x3cm).
Toen ik het jaren geleden vond was ik al getroffen door de inhoud en het uitzicht, het bevat niet alleen poëzie, maar ook wetenswaardigheden die hij wou bijhouden als geheugensteun, een soort “mini-Wikipedia”, met overname uit boeken over zeer uiteenlopende onderwerpen: filosofie (Oosten en Westen), wetenschap, kunst, literatuur en literatuurgeschiedenis (zowel voor kinderen als volwassenen), poëzie en poëtica, ruimtevaart, atoomtheorie, natuur (bloemen, planten, zwammen, edelstenen…), aardrijkskunde en kosmologie, wereldgeschiedenis, scheepsterminologie, woordenlijsten (ook vreemde talen, bv uit Polynesië), ontwerptekeningen (voor schilderijen later, ook voor thuismeubelen), tijdschriftartikels, foto’s, etc.

De gekozen fragmenten die Nand overschrijft, soms vet onderstreept, geven inzicht over zijn visie en interesses.
Ook heel veel citaten uit boeken over kunst en poëzie die een licht werpen op Nands opvattingen en wereldbeeld (zie daarvoor de pagina “Citaten“).
Hier en daar staat naast een tekst toch een korte beschrijving van zijn gevoel op dat moment, je kan voorbeelden hiervan zien op de pagina “Aantekeningen in de marge“.

+ Onder de afbeelding van het boek de bladzijden 122-123 op datum van 14 september 1947, C34 (= Cel 34, gevangenis Begijnenstraat, Antwerpen). Enkele gedichten: “De Dood van Pan”, “Gebed tot Sinte-Brandaen” (zie betreffend aquarel), en titels van boeken (met adresvermelding en uitgever): het maritiem tijdschrift “De Blauwe Wimpel” (bestaat nog steeds: zie website), “Le Journal des Poésie ’46” (zie geschiedenis hier) en “Poèsie ’46” (editeur Pierre Seghers, Parijs), rechts verticaal: “Vier eeuwen Nederl. Studentenleven” (1939, A.C.J. de Vrankrijker).

Binnenzijde links voorzijde

Bovenaan het liedje “Er waren negen soldaten”, blijkbaar al een oud (anoniem)  volksliedje, tussen haakjes wordt vermeld “Rond 1600”.

Ik vond verschillende versies, o.a. een versie van de Nederlandse Folkgroep “Folkcorn”. “Negen Soldaten” werd opgenomen op hun album “Al Vol” uit 1981 (B-zijde, nr. 4). Zij treden nog steeds op. De website vermeldt ook de tekst, die hier en daar afwijkt van de ingekleefde versie, met als datum “ca 1590”.

Dat Nand dit lied prominent inkleefde is niet verwonderlijk, gezien de inhoud. In de ingekleefde versie zijn enkel de eerste drie en laatste twee strofen opgenomen (blauwe tekst).

Negen soldaten worden gevangen genomen, het liefje van één van hen (“een maagdeken”) probeert haar geliefde vrij te krijgen, maar tevergeefs (cursieve tekst). Het verhaal van het maagdeken valt weg in de ingekleefde versie. Het liedje komt waarschijnlijk uit het soldatenblad “Milac” (zie onderaan rechts), “een katholieke vormingsbeweging in het Belgisch leger. Het staat voor Militianen Actie en werd opgericht in 1945 als onderdeel van de Katholieke Actie”.

Het waren negen soldaten
Des morgens opgestaan.
Op vrijbuit dat ze gingen
Nu hoort, ik zal ‘t ons zingen
Hoe dat het hen is vergaan.
Ze gingen zitten drinken
‘t En was hen geen geluk;
Hun rijk en stond niet lange,
De maarschalk nam ze gevangen
En hij brocht z’al in den Drück.
Gebrocht te Düren binnen
Al voor de overheid
Al in die stad van rechten
Daar waren die negen landsknechten
Den toren ingeleid.
Zij zaten veertien weken
En zagen zon nog maan.
De beul van Gülik daar kwame
Rekken dat ze daar vernamen;
Tormenten aangedaan.
Dat vernam een maagdeken
Van achttien jaren oud.
Zij kwam zo haast gegangen
Daar die liefste zat gevangen
Haar hert was zeer benauwd.
Ze ging de toren binnen
En was niet welgemoed,
Zij sprak met droeve zinnen:
“Wat zal ik nu beginnen,
O lief t’en is niet goed”.
‘t En zal u niet berouwen,

Kon gij mij helpen uit,
Zo wil ‘k u lieveken trouwen
Tot eender echte vrouwe
Gij zult die liefste zijn”.
“Ambtman”, zei ze,”heer Ambtman,
Wilt my een woord verstaan.
Ik bid U genadig here,
Geeft gij mij doch ter ere
De jongste los te gaan”.
“‘t En baat geen bidden of kermen,
Genade zal er niet zijn;
Gij en kunt geen troost verwerven;
Die jonge held moet sterven,
Al doet mijn harte pijn”.
Dat medelijn wrong haar handen
‘t Was haar zo zwaren kruis
En zij ging drukkelijk wenen T
e Düren al over de stenen

Al bij haar vaders huis.
Die ons dit liedeken dichtte
Hij hield ook goeden moed;
In de toren dat hij stichtte,
Zijn hert was hem zo lichte,
Al stortte hij zijn bloed.

Binnenzijde rechts achterkant

:

Binnenzijde links achterkant: opvallend, recepten van lekker eten, het komt wel vaker voor dat in barre omstandigheden men in de verbeelding teruggrijpt naar “het goede leven”, hier bv een recept voor “havermout met fruit”, één van zijn lievelingsgerechten, dat Nand later vaak zou klaarmaken in zijn gezin….

1ste bladzijde voorkant, zeer gedetailleerde tekening van onderdelen en benamingen van een zeilschip (viermaster):

1ste bladzijde achterkant:

(de foto van de vrouw stond er waarschijnlijk eerst: de tekst is daarna rond haar geschreven, ook een indicatie voor het -ideale?- beeld van de vrouw zoals Nand dat in gedachten heeft)

Citaat bovenaan:

“Vele tranen moeten de oogen verhelderen, die mij zullen zien. F. van Eeden (Kleine Johannes).”

Vauvenargues : = Luc de Clapiers, marquis de Vauvenargues (1715-1747): Frans schrijver, moralist en aforist. “Sa véritable force est d’exprimer dans un langage assez épigrammatique les résultats de son observation attentive des comportements et des motivations des hommes. La principale différence entre Vauvenargues et un de ses prédécesseurs comme La Rochefoucauld est que Vauvenargues a une haute idée de l’homme, et qu’il est aussi plus enclin au stoïcisme qu’aux théories épicuriennes. On l’a qualifié de “stoïque moderne”. Ik vermeld deze passage omdat Nand ook eerder stoïcijn dan epicurist was. Citaten:

“Vauvenargues. “Le stoïcien optimiste”.
– “la fortune peut se jouer de la sagesse des hommes courageux, mais il ne lui appartient pas de faire fléchir leur courage”
–  on ne saurait jouir qu’autant que l’on agit, et notre âme enfin ne se possède véritablement que lorsqu’elle s’exerce tout entière.
–   nous devons peut être aux passions les plus grands avantages de l’esprit.
–  on paie chèrement les moindres biens lorsqu’on ne les tient de la raison.
–  les choses que l’on sait mieux sont celles que l’on a pas apprises.
–  La vertu est plus chère aux grandes âmes que ce que l’on honore du nom de bonheur.”

In het midden van het boek houdt Nand nauwkeurig zijn uitgaven bij (en wordt het boek even een echt “register”)

opmerking:

om de veertien dagen staat er “+100”, vermoedelijk is dat telkens Nands vader op bezoek komt. Waar Nand ook gevangen zat, zijn vader zou hem gedurende 5 jaar telkens tweewekelijks bezoeken, met de trein vanuit Gistel, wat betekende dat hij telkens een hele dag onderweg was voor een bezoek van 20 à 30 minuten.  Hoewel Nand hem dikwijls op het hart drukte dat niet te doen, hield zijn vader hardnekkig vol.
Zijn moeder heeft Nand vier jaar lang niet gezien, zij kon de lange reizen mentaal niet aan. Om haar toch een idee te geven hoe haar zoon er uitzag tekende Nand regelmatig zelfportretten die zij dan op de schouw zette, thuis in Gistel.

+ bovenaan: Wij begonnen dus den 3/11/48 – met 737 frs”

In het midden een “kantienbon”

:

Blijkbaar hadden de gevangenen ook een plaatsnummer en een “mouwnummer”, voor Nand: 2243. De kantienbon werd rood doorstreept: betekent dit dat de voedingsmiddelen geweigerd werden? In ieder geval kleefde Nand deze bon in, cynisme?

Overzicht van de veranderende sterrenhemel doorheen het jaar:

Aantekeningen bij de verovering van het rijk der Azteken door Hernán Cortés (1519), legende van de god “Quetzalcoatl“, tekening/map van het landschap met hoofdstad Tenochtitlan

Deze aantekeningen dienden voor het nog te schrijven toneelstuk “De wonderbare & waarachtige zeereizen van Bootsman Kruit”

:

Een dubbele bladzijde over kernenergie: “Atoom T.” (atoom theorie), de vorige bladzijde vermeld “december 1948 elektronen, ionen, “Radioactivié ß”, Kernreacties, Beschieten met neutronen, enz.
Deze notities zullen later leiden tot het (niet-gepubliceerde) toneelstuk: “De A-Bom”. Nand maakte er ook een Engelstalig filmscenario van, dat hij vergeefs aan enkele Amerikaanse filmstudio’s aanbood (onder een schuilnaam wegens zijn veroordeling).

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *