Poëzie 1936-1939 16/20 jaar

“Herinneringen” 1936-1939

Lederen kaft, 100 pagina’s glanzend papier, afmetingen: 19x13cm. Een boekje dat gemakkelijk in de hand ligt.  Alle gedichten met duidelijk en sierlijk handschrift in inkt. Rechts bovenaan onder haar naam de titel: “Herinneringen”.

Op de eerste bladzijde vermeldt Sim in potlood “16-jarige Romantiek”, hoewel het bijhorende gedicht dateert van januari 1937 (dan is ze 17 jaar en 5 maanden). Maar de gedichten zijn niet chronologisch geordend, blijkbaar heeft Sim ze later overgeschreven en in deze bundel”Herinneringen” verzameld. Het vroegste gedicht dateert van januari 1936, Sim was dan 16 jaar en 5 maanden.

Eerste bladzijde:

Uitsnede van Sims commentaar uit 1939: “Poëzie? / Sim 1939 – 16 Jarige Romantiek”

Het “oudste” opgenomen gedicht (links), januari 1936, onderaan: “Uit ‘1ste’ H.”, de “H” zal voor “handschrift” staan, de haakjes bij ‘1ste’ wijzen erop dat Sim een zekere afstand neemt (het betreffende “1ste handschrift” waar ze naar verwijst heb ik niet gevonden):

Op de volgende pagina een gedicht (rechts) opgedragen aan “Maria Van Herreweghen, bij haar plechtige kleeding”. Marie was Sims hartsvriendin die intrad in het klooster en later missiezuster werd o.a. in de Filipijnen, zij was de zus van de dichter Hubert Van Herreweghen, zie uitgebreide bespreking hiervan op de pagina “De Dagtocht“, Sims eerste (en enige) uitgegeven dichtbundel.

Laatste gedicht, gedateerd 10 mei 1939: “Opdracht: A V. (of A U.)

Op de laatste bladzijden heeft Sim een inhoudstafel gemaakt, hoewel de gedichten zelf niet genummerd zijn, ze vermelden enkel een datum. Er zijn 49 gedichten, het ene al langer dan het andere, verdeeld over 98 bladzijden. Diagonaal over de twee eerste bladzijden is een potloodstreep getrokken: vond Sim ze niet rijp voor publicatie?:

Volgende gedichten nam Sim op in haar gepubliceerde dichtbundel “De Dagtocht” (je kan ze daar ook lezen):

23. Stemming
30. Meditatie
35. Verloren Paden
37. Ik heb gedroomd
38. Eeuwigheidsdrang
39. Avondstemming
43. Richting
44. Avondberusten
45. Vreê verbeiden


In november 1991 schrijft Sim in haar dagboek:

“Ik teken mijn gedachten op, zoals zovelen wellicht, reeds van in de jeugdjaren. Wie schreef in die tijd geen rijmpje of gaf de verwarring en de onstuimigheid al niet een uitlaatklep, de tijd der adolescentie: het hele gamma der ontwakende gevoelens, het dwepen met personen, religieuze en andere aantrekkingspunten. Van mijn meter kreeg ik het kleine poëzieschriftje, dat ik nog altijd bewaar, waarin ik jeugdverzen optekende.”

Haar meter was Léonie Wolfs, een zus van haar vader (zie de pagina ‘Familie Sim‘) :

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *