Voorspel: Het Tuinfeest 5 augustus 1950

Het Tuinfeest

(De Leie bij Sint-Martens-Latem. Foto © KBC Bank)

Op zaterdag 5 augustus 1950 om 4 uur in de namiddag vond er  in de “Villa Kriekenberg” te Sint-Martens-Latem aan de Leie een tuinfeest plaats.Het zou het eerste worden van een jaarlijkse traditie.
Nand en Sim ontmoetten elkaar daar voor de eerste keer bewust, en de vonk sloeg over, een echte “coup de foudre”…
Dit was een eerste samenkomst van het nieuw opgerichte “Vlaams Oud-Hoogstudentenverbond” (VOHV) in Antwerpen (juli 1950). Dat klonk aldus in de uitnodiging: “Reeds herhaalde malen werd de wens geopperd dat de oud-hoogstudenten terug actief zouden deelnemen aan het Vlaamse leven”. Dat waren aanvankelijk leden van het “Katholiek Vlaams Oud-Hoogstudentenverbond (KVOHV), die vonden dat er niet genoeg werd opgekomen voor gewezen collaborateurs. Zij verzetten zich ook tegen het predikaat “katholiek”.
Nand was tijdens zijn studententijd in Leuven praeses geweest (1929) van het Algemeen Katholiek Vlaams Studentenverbond (AKVS) en daarna van het Katholiek Vlaams Hoogstudentenverbond (KVHV). Vandaar dat hij uitgenodigd werd.

Een jaar later zouden beide verenigingen samensmelten tot het “Algemeen Vlaams Oud- Hoogstudentenverbond”, dat aan de basis zou liggen van het Verbond der Vlaamse Academici (VVA), opgericht in 1960. Zie daarvoor Nieuwe Encyclopedie van de Vlaamse Beweging met verdere links.

Zie ook een opmerkelijke ‘toevalligheid’ onderaan deze pagina.


De uitnodiging:

Er valt ook te lezen: ““Verder is voorzien: Een gezellige bijeenkomst aan de kust te Oostduinkerke op Zondag 3 september a.s. In de wintermaanden zullen 3 diners ingericht worden, waar H.H. Lilar, oud-minister, Herman Vos, oud-minister en minister P.W. Segers zullen uitgenodigd worden hun standpunt inzake Amnestie te komen uiteenzetten”. Het was één van de manieren van het VOHV om de repressie te bestrijden. Op 10 december 1950 werd bv te Brussel tijdens een viering Filip de Pillecyn in de bloemetjes gezet. In de brieven zal verwezen worden zowel naar de bijeenkomst in Oostduinkerke als naar de Pillecyn.

Interessant zijn ook de namen onderaan de brief: één van hen is J. Clottens (Jozef Clottens, 1881-1959). Hij was o.a.  lid van het hoofdbestuur van het Davidsfonds en Vlaamse Toeristenbond, voorzitter van de Vlaamse Automobilistenbond, voorzitter van de Davidsfondsafdeling Vilvoorde en lid van de raad van beheer van het dagblad “De Standaard”. Dankzij hem zullen Nand en Sim in augustus 1951 het huis kunnen huren en bewonen in Weerde (bij Vilvoorde), waar Nand zou verbijven tot aan zijn dood. Zij kregen het aangeboden tegen een zeer lage huurprijs.  Zijn zoon, kannunik Frans Clottens zou er later naast Nand en Sim komen wonen in het bijgebouw.

De inschrijving voor het tuinfeest betekende tegelijkertijd een lidmaatschap van het VOHV:

De “Villa Kriekenberg” bestaat nog steeds, maar is nu in privébezit. Zij werd gebouwd in 1934 door architect André Claessens (met informatie over de ‘Villa Kriekenberg’).

Oorspronkelijke toestand, zicht op achterzijde:

Prentkaart (Panorama -Interbellum)

Aanvankelijk keek je vanuit de villa dus uit op een open vlakte. Nu is de hele vlakte volgebouwd:

De foto op de prentkaart is getrokken vanuit het noorden naar het zuiden (richting van de pijl). Rechts de opvallende “Rode Beukendreef”, links de Leie. Villa Kriekenberg omcirkeld.
Bij verder uitzoomen is de opvallende ringvormige meander te zien die de Leie daar maakt:

Achterzijde (foto’s ter beschikking gesteld door familie Welvaert-Pittery / Van den Abeele, eerste bewoners en eigenaars – de villa werd verkocht in de jaren ’70):

Voorzijde (bron:  Meganck Leen 1995: André Claessens (1904-1960): een onbekend Gents modernist, in: Interbellum, jaargang 15, nr. 2, p. 10.)

Toegangspoort / inrit huidige toestand (augustus 2019):

Zij-ingang (huidige toestand – augustus 2019):

Detail:

Tekening van de villa op het programmaboekje van het tuinfeest:

Closeup huidige toestand, opname van zuid naar noord, dus voorzijde. Hieruit blijkt dat de villa een ingrijpende verbouwing onderging door de nieuwe eigenaars na de verkoop door de familie Welvaert (jaren ’70):

Zaterdag 5 augustus 1950

Hoe Sim en haar broer, samen met een bevriend koppel ook op het tuinfeest terechtkwamen is onduidelijk. Haar broer Bert had gestudeerd in Leuven en een licentiediploma gehaald in de Sociale Wetenschappen net voor het begin van de Tweede Wereldoorlog. Waarschijnlijk had Bert ook een uitnodiging gekregen en nam hij zijn zus mee.

De enige foto van de eerste ontmoeting, samen aan tafel op het tuinfeest:

Van links naar rechts: Nand, Tine Gonnissen (vriendin van Sim), Bert Wolfs (broer van Sim), Sim, het echtpaar Cloet- Marthe Van Ceulen (Marthe was bevriend met Bert en Sim). De foto werd getrokken door advocaat Jan Lancsweert (waarschijnlijk is de lege stoel vooraan naast Nand van hem). Sim houdt een foto of een boekje in haar hand, het programmaboekje?…
Bemerk de grote Vlaamse Leeuw achteraan op de haag.

Op onderstaande luchtfoto (bron: Geopunt Vlaanderen)  is de half-cirkelvormige heuvel te zien waarop toen de leeuwenvlag lag. Daarvoor de tuintafel (witte cirkel), rechts de villa (witte ster). De rode lijn is de Rode Beukendreef, de gele lijn de Kriekenbergdreef (Zuid/Noord weergave):

Uit de memoires van Sim leren we dat de foto werd genomen door Jan Lancsweert (zie “Brieven aan Nand”, 27 mei 1989).

In haar liefdesbrief van 25 september 1950 schrijft Sim over deze ontmoeting:

““Nand V., zit aan onze tafel” zei me Tine op de haar eigen schalkse toon. Ik zat voor jou, jij kende me niet, er was een wereld die ons gescheiden hield. De indruk die je me gaf, alles staat me vanavond zó klaar voor me. Je was verbitterd. Het deed me pijn. Je antwoordde zonder enthousiasme. Het ging ja bliksemsnel. Jij was voor me de Ziener, de begenadigde Zegger van een strijd waarin ik eenmaal zó heftig naïef had geloofd. Jij was voor me de gehuwde man… (geen ring!!) verlaten misschien… Weet je waaraan ik dacht? Ik zou je niet verlaten hebben, ik zou je bezocht hebben. Je geschreven al die jaren. Ja.. ik dacht aan de vrouw van je; en toen we in de late avond elkaar benaderden bleef het een pijnlijke “idylle” voor me. Ik meende te weten dat hetgeen ik op dat moment beleefde van geen tijd was en elk woord van je, elke blik wist ik toen in me vastgeklonken al trachtte ik mezelve te overtuigen dat het voorbijgaand was. Ik dierf me niet bekennen welke indruk ik op je maakte, nooit vermoedde ik dat je me zo nauw had gepeild. Neen, ik geloof je, indien je me niet herkent op de photo aan de tafel. Tussen het kleine meisje van ’42 en 5e oogst 50! Ik treed uit die tijd naar je toe.”

“Het kleine meisje van ’42” is een verwijzing van hun eerste vluchtige ontmoeting in augustus 1942, waar Sim Nand introduceerde voor zijn toespraak op de D.M.S. gouwdag te Leuven (zie het hoofdstuk “1942 Eerste ontmoeting met Nand“). Op het tuinfeest had Nand Sim dus aanvankelijk niet herkend.

Tijdens een contact met de familie Welvaert (Van den Abeele) werd mij geschreven dat een dochter, Diane Welvaert, toen als jonge vrouw aanwezig, het volgende nog wist van dat tuinfeest: “het was een erg warme dag en er was veel volk”. Net toen ik plannen maakte om haar te bezoeken, kreeg ik een bericht van haar zoon dat ze overleden was. Ik ben niet naar de begrafenis geweest, maar ben haar wel gaan groeten de dag ervoor. Het was een erg emotioneel moment, vooral omdat ik een gelijkenis vond met het gelaat van Sim (mijn moeder). Haar gelaat was van een uitzonderlijke schoonheid. Ze was mooi opgebaard, en het leek alsof ze sliep. De tranen sprongen mij in de ogen.

Het programmaboekje:

Overgeleverd zijn twee programmaboekjes: dat van Nand en dat van Sim. Dat van Sim is “maagdelijk”, maar dat van Nand is geplooid en gekreukt en heeft een veelzeggende voorzijde:

Daarop de contactgegevens, voornaam en familienaam van Sim. Daaruit kan je afleiden hoe het gesprek gevoerd werd. Een close-up:

Waarschijnlijk neemt Nand het initiatief (vermits hij ook de volgende dag de eerste liefdesbrief zal schrijven) door haar adres te vragen.
De manier waarop hij haar naam schrijft is ook opmerkelijk. Sterk aangedrukt, en hij had blijkbaar wat moeite met haar familienaam. Er staan twee dikke punten: één boven de “o” en één in het kader rond haar naam rechts. Het kader rond de familienaam schijnt daar op te wijzen:  misschien wou hij iets benadrukken tijdens het gesprek, zoals je wat droedels maakt tijdens een telefoongesprek?

In zijn liefdesbrief van 20 oktober schrijft Nand hierover: “Een macht machtiger dan mijn wil dwong mij ertoe je adres op het programma te doen schrijven…”.

Het is trouwens onzeker of adres en naam op hetzelfde moment geschreven zijn. Het boekje is sterk geplooid, dus misschien heeft hij haar naam op het gevouwen boekje geschreven bv tijdens het wandelen. De naam van Sim is sterker ingedrukt dan haar adres.

Sim schrijft in haar memoires na het overlijden van Nand: “Ik vind mijn eigen brieven in een doos en, ontroerend moment, in een klein doosje het treinkaartje dat hem op de bewuste 1ste ontmoetingsdag naar Deurle aan de Leie bracht.  De uitnodiging voor het tuinfeest op de Kriekenberg bij de familie Welvaert lag er bij en in de benedenhoek mijn thuisadres, haastig in potlood geschreven.  Ik heb de namiddag herleefd…”.

Ook opmerkelijk is dat bij het boekje van Nand de achterzijde is afgescheurd. Heeft hij die gebruikt om er tijdens zijn treinreis huiswaarts de aanzet van een gedicht op te schrijven (bv het gedicht uit zijn tweede brief van 11 augustus ‘Nacht aan de Leie’)?

In ieder geval: wat de juiste chronologische en “geografische” setting ook moge geweest zijn, je kan je levendig voorstellen hoe het eraan toeging…

Wat er nog verder gebeurde kunnen we enkel afleiden uit hoe dit in de brieven beschreven wordt, en ook daar zal de lezer veel zelf moeten invullen, omdat er enkel in zeer “omfloerste” bewoordingen wordt over geschreven. Maar dat er een zekere intimiteit is geweest die het verlangen naar meer voedde staat vast.

Inhoud programmaboekje:

+ Blz. 1: Voorzijde (boekje Sim);

+ Blz. 2: Reclame (zie infra);

+ Blz. 3 Organiserend Comité (boekje Nand): met de namen die we terugvinden in de uitnodigingsbrief);

+ Blz. 4: Prijslijst (boekje Nand), toen natuurlijk in “Belgische Frank”, “het dienstgeld is niet inbegrepen in de waarde der ticketten”);

+ Blz. 5: Programma van de festiviteiten (boekje Nand): voordracht “Klokke Roeland“: het gelijknamige gedicht van Albrecht Rodenbach; een “gezellige danspartij” (een intiem moment voor Nand en Sim waarschijnlijk!); het orkest “Kadi” (zie reclameboodschap infra p. 7, waar ze zichzelf aanprijzen met : “Bijzonder leerzame en aangename nummers, moreel verzekerd”). Van dit orkest heb ik tot nu toe geen gegevens teruggevonden.

+ Blz 6, 7, 8: reclame (zie infra)

Villa Kriekenberg     

Op de andere bladzijden (boekje Nand, met tekenen van de laatste, afgescheurde, bladzijde),  zijn reclameboodschappen  afgedrukt van de “sponsors”, die allen de “Vlaamse Zaak” genegen zijn, o.a. de Kredietbank en de verzekeringsmaatschappij “De Noordstar en Boerhaave” en de volledige achterzijde wordt ingenomen door “Opstanding”, ‘onafhankelijk Vlaams-Nationaal weekblad’ :

 

De laatste bladzijde  (p. 7 & p. 8) komt uit het boekje van Sim (slechts in de lengte geplooid):

 

In de pers

(Dit artikel bewaard in het familiearchief. Het verscheen in de krant “De Nieuwe Gids” van dinsdag 8 augustus 1950, p. 4)

Blijkbaar was het tuinfeest afgelast door de intense regenval van de dag ervoor, maar “door het doorzettingsvermogen van een paar verwoede optimisten… kwam alles nog klaar” (en geluk voor mezelf dus, anders was er van mij geen sprake geweest…). Verder heeft de auteur het over “een heropflakkering van het Vlaams bewustzijn”, over de spanningen met het ‘Katholiek Oud-Hoogstudentenverbond’ (waar een oplossing in zicht lijkt), hoe de jongeren vooral dansten, en de ouderen het hadden over “de C.V.P., de koningskwestie, de Vlaamse zaak en de democratie”, naast een opsomming van de aanwezigen. zoals vaak wordt de familienaam van Nand verkeerd gespeld…:

Te Deurle aan de Leie
Een prettig tuinfeest van het Vlaams Oud- Hoogstudentenverbond.

Zelfs in volle Zomer, en aan de romantische oevers van de Leie, is het altijd moeilijk met ons gezegend klimaat, een tuinfeest te beleggen, waarop niet al-leen vooraanstaande genodigden, maar ook de zon zou aanwezig zijn. Nochtans is het Vlaams Oud- hoogstudentenverbond gedurende de voorbije weekend daarin geslaagd. Het regende pijpenstelen tot de avond tevoren, zodat het hele geval al afgelast was, en alleen aan het doorzettingsvermogen van een paar verwoede optimisten, als de h. De Poorter was het te danken dat Zaterdag nog tijdig alles klaar kwam.
De gasten werden verwelkomd door adv. De Wolf, die vooral de h. en Mevr. Welvaert dankte voor het vriendelijk ter beschikking stellen van het heerlijke domein Kriekenberg.
“Dit tuinfeest, zei spreker, is méér dan een gezellig samenzijn. Wij hebben willen een poging doen om de Vlaamse intellectuelen die de laatste jaren een beetje werden verwaarloosd, een gelegenheid te bieden, mekaar te ontmoeten in gezellige en ook hopelijk. vruchtbare vriendenkring. We willen over de politieke gebeurtenissen van de laatste dagen geen oordeel vellen, maar op een ogenblik van uitgesproken evolutie, gepaard met een scherp heropflakkeren van het Vlaamse zelfbewustzijn, kan een oprechte en ongedwongen gedachtenwisseling niets dan goed doen…”
Het was alleen spijtig dat het vroegere Katholiek Oud-Hoogstudentenverbond en het Vlaams Verbond vóór de inrichting van het tuinfeest, niet volledig tot een akkoord komen konden, maar het kwam ons toch voor, oordelende naar de gevoerde gesprekken, dat beider standpunt dicht genoeg bij elkaar ligt om een vlotte samenwerking, tot ieders voldoening, te verkrijgen.
Tussen de aanwezigen merkten we o.m, dhr Portier. Ir. Coorevits Adv. Ghyssaert. Ir. Van Boxtaele, de hh. De Brabander, Van Thillo, De Winter, Peeters, Welvaert. Princemaille, allen leden van het aanbevelingscomité, verder Dr Grauls, Dhaeseleer, Gaston Martens, Donckerwolcke, Verknocke [sic] en Dr. Germisch. Ministers Segers De Taye, De Quae en senator Leemans waren verontschuldigd. Er waren heel wat jonge mensen, en die lieten zich de politieke zorgen en de Vlaamse problemen niet aan het hart komen. Op de tonen van het orkest “Kadil” dansten ze er lustig en ongedwongen op los.
De zorgen lieten ze over aan de “ernstige lui” en de anderen, die in kleine groepjes de politieke toestand met vuur of met gelatenheid bespraken, Want waar we ook een luisterend oor opstaken. telkens weer ging het over de C V. P. de Koningskwestie (*), Vlaamse zaak, de democratie.

(*) “Koningskwestie”:  het gaat over Leopold III die op 22 juli 1950, slechts 2 weken voor dit tuinfeest uit ballingschap naar België terugkeerde, en dat zorgde voor heel wat beroering, zie: “De Koningskwestie“.

Kopie Belgicapress “De Nieuwe Gids”, 8 augustus 1950, de voorpagina toont “de actualiteit van de dag” (o.a. de oorlog in Korea):

Opmerking: In 1989, na het overlijden van Nand, schrijft Sim over deze ontmoeting het volgende in haar memoires:

“Vannacht overviel me een onweerstaanbare drang om weer te klasseren.  Daar liep ik dan rond: alle kamers hel verlicht en de propvolle dozen minderden tergend langzaam.  Mijn God wat heeft hij gewerkt en geschreven, geschreven.  Het ligt jammerlijk verspreid over de verschillende kasten en mappen.  Ik vind mijn eigen brieven in een doos en, ontroerend moment, in een klein doosje het treinkaartje dat hem op de bewuste 1ste ontmoetingsdag naar Deurle aan de Leie bracht.  De uitnodiging voor het tuinfeest op de Kriekenberg bij de familie Welvaert lag er bij en in de benedenhoek mijn thuisadres, haastig in potlood geschreven.  Ik heb de namiddag herleefd en zal in de doos ook de foto bergen die Jan Lancsweert toen van ons vrolijk gezelschap nam…”


Het tuinfeest in 1950 zou het eerste zijn van een jaarlijkse traditie (met regelmatig poëziedagen van Oost-Vlaamse dichters) . Hier de uitnodiging voor het tweede feest in 1951 (Sim en Nand waren enkel aanwezig op het eerste):

(Foto’s ter beschikking gesteld door de familie Welvaert en Van den Abeele. De villa werd verkocht in de jaren ’70.)


Setting in hedendaags decor:


Opmerking: Een toevalligheid: de familie Welvaert en de Villa Kriekenberg spelen ook een rol in de autobiografie van Adriaan Verhulst (1929-2002) en in de roman “De opgang” van Stefan Hertmans. Zie de pagina’s “Adriaan Verhulst” en “Stefan Hertmans“.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *