Dinsdag 23 januari Sim 56ste brief

(“potloodbriefje” op achterzijde bestelbon):

Antwerpen 23/1/51 

Mijn lieve Nand !

Ik zit hier in mijn bijna dagelijks middagoponthoud te Antwerpen. Je weet waar jij ook reeds ’n paar keer mee naar toekwam! Gisteren was ik dus bij de Heer V.M. en ontving voor jou (1300f.) Dit bedrag moest worden ingeschreven en ik kon dus ook mijn naam niet opgeven (*). ‘K vond niet beter dan het op Adolphine’s naam te doen.
De Heer V.M. vond het spijtig dat jij niet was meegekomen hij had je over allerlei dingen te onderhouden (je kinderversjes) (**). Zeer zeer interessant!
Ik was er zelf danig over verheugd. Je kan dan toekomende maandag naar de Lombaarden gaan. Hij zal je verwachten. V.M. is me zeer sympathiek (hm!) omdat hij je zó gemeend genegen is en niet met woorden alleen zoals we dat van zovele anderen al te vaak en jammer genoeg ondervinden !
Zoals je me voorhield ben ik gisteren reeds vroeg te ruste gegaan (9.30!) en ‘k zal het de ganse week doen, al komt de slaap niet zo vlug en lig ik ’n hele tijd te dromen. Klaar en helder te dromen. Weet je dat ik het “Droomboek” vergeten ben. Jammer ik had ze thuis al in betrouwvolle kleuren afgeschilderd hoe volkomen het bewuste boek je dromen uiteenzet ! Breng je het zaterdag mee? De photo’s waren zeer welkom. Toen ik gisterenavond binnenkwam waren ze warempel weer voor de dag gekomen. Je jeugdphoto’s werden met gilletjes van ontroering en bewondering bekeken! Bert heeft de mooie nichtjes vooral op ’t oog gehouden en vond het jammer dat er reeds eentje onbereikbaar was. Moeder Vercnocke met mijn Nand op de schoot (***) wordt zeer lang bewonderd! In Vader Vercnocke herkent men de wilskrachtige zeemansfiguur van mijn geliefde. Commentaar … commentaar ik ben er zelf zeer fier om ! Je zal het zelf zaterdag wel horen.
Ik verzamel de gevraagde adressen tegen het week-end. Ik zie je op dit ogenblik zeer ijverig aan ’t werk. Wat was het zalig in de rustigheid van je studio, toen jij bij je werktafel ik voor het gezellige haardvuur gezeten een voorsmaak kreeg van wat nog komen moet. “Onze” huiskring… geloof het zal niet zó lang meer duren!
Hoe vin je “mijn” schrijfpapier? Ik heb niets voorhanden hier bij dit cafétafeltje en zo kan ik je voor morgen dit reeds berichten: Hoe ik van je hou en naar zaterdag (Zuid 13.05) verlang !
Heel innig omhelst je
Je Liefste


(*) “kon dus ook mijn naam niet opgeven”: waarschijnlijk omdat het om een officiële overschrijving ging. Sim en Nand stonden toen immers nog steeds “onder sekwester”, dwz. dat van al hun inkomsten een gedeelte aan de staat moest worden gestort.
(**) “kinderversjes”: Nands manuscript “Het Houten Zwaard”, dat nooit gepubliceerd zou raken. De bundel bevat 27 gedichten verdeeld over 8 hoofdstukken in handschrift en aquarel op hard tekenpapier (A4). De inhoudstafel is apart bijgevoegd en vermeldt de datum “28/5/47”: alle gedichten werden door Nand in gevangenschap geschreven.

(***) “met mijn Nand op de schoot”: vroegste foto van Nand uit 1907, 1 jaar oud:

links broer Robert, rechts zus Marie-Louise, 1907