1942 Spreker Gouwdag DMS Leuven

(zie ook de meer gedetailleerde pagina “Sim: eerste ontmoeting met Nand“)

Dat Nand in augustus 1942 als spreker was uitgenodigd op de gouwdagen van de Dietsche Meisjesscharen (DMS) te Leuven kan o.a. afgeleid worden uit de liefdesbrieven.
Al op de kaft van deze brieven schreef Sim:

“De roman van een grote liefde! / Hoe het begon / Verlovingstijd / Brieven van Pips aan Moeke en Moeke aan Pips.
(afbeelding Gouwdag Leuven, augustus 1942)
S. Wolfs = gouwleidster Leuven D.M.S. (Dietse Meisjesscharen = nieuwe orde beweging in de lijn van de voororlogse Dosfelmeisjes). Sprekers: Ferdinand Vercnocke, Remi Pirijns en Dr Edy Lehembre, daarna koffietafel in ’t Vlaams Huis, Bondegenotenlaan met o.a. Mevr. Viérin (moeder van Mevr. Hugo De Jonghe = Cilia Viérin). Die zei aan het timide gouwleidstertje: “Sim, ziedaar nog een man voor u (doelende op Ferdinand)”. Hoe kon ze gelijk een Sibylle vooruitzien?! Het zou nog duren voor een tweede bejegening 8 jaar later te Deurle aan de Leie… 5 augustus 1950.”

Tijdens het interview dat ik van Sim afnam in 1993 vertelt ze hierover het volgende:

Aanwezig als spreker waren dus ook: Remi Piryns (VNV) en Edgar Lehembre (NSJV) (Piryns is de vader van journalist Piet Piryns en grootvader van politica Freya Piryns).

Deze dag wordt uitvoerig beschreven op de pagina “Eerste ontmoeting met Nand“.

Een andere ‘toevalligheid”: Piet Piryns schreef in 1969 de tekst van  “Smartlap“, op muziek gezet door De Elegasten, op dezelfde LP staat ook “Bruidsnacht” van Nand….  (zie pagina “Elegasten en Läis“).

“Smartlap” door De Elegasten (B-zijde nr. 11):

Tekst:

‘t Was in september dat zijn moeder hem kwam wekken.
Ze zei: “Hilaire, de president heeft mij gebeld
dat gij vandaag nog naar het oorlogsveld moet trekken.
Zoals je vader zult gij vallen als een held.”
“Ach mammie, waarom moet jij me dan verwekken;
om mij onschuldig te zien sterven als een hond?
Ach mammie, laat meneer de president verrekken;
uw jongen, mammie lief, gaat nimmer naar het front.”

Och, waarom moet het altijd oorlog zijn?
Waarom zou ik op mijn broer schieten?
‘k ga liever tussen de vergeet-mij-nietjes
als ik wil vrijen met mijn kleine Marjolijn.

Hilaire stond op en is vlug in zijn broek geschoten.
Met tranen in zijn stem riep hij in de deur:
(Ik laat mijn vel niet voor het vaderland verkloten
want ik ga zwerven en ik word een deserteur.”

De deur naar het verleden heeft  hij toen gesloten;
het was een Yale-slot, dus dat zegt wel genoeg.
Hij sliep voortaan tussen de heggen en de sloten
of bij een stoute vrouw in een obscure kroeg.

Och, waarom moet het altijd oorlog zijn?
Waarom zou ik op mijn broeder schieten?
Ik amuseer mij wel bij mijn vergeet-mij-nieten;
die zijn al zo lang wat mijn Marjolijn had moeten zijn.

Verdomd, Hilaire is van het rechte pad gegleden.
‘t Was in de greppel dat de president hem vond.
Tussen zijn tanden schoot hij zeven schietgebeden
want zijn moesje had het hem geleerd voor aan het front.
Je president sprak: “U had beter meegestreden.
U wacht een straf. Sta toe dat ik u arresteer.”
Hij zei: “Het zal met mij ? ?
mijn moesje dekt mij hierboven bij de Heer.”

Och, waarom moet het altijd oorlog zijn?
Waarom zou ik op mijn broeder schieten?
Hilaire sterf tussen zijn vergeet-mij-nieten.
Niet als een hond aan het front maar als een simpel zwijn.

Oh Serafijn.