Zaterdag 3/2/50 –
Eindelijk ! Met de avondpost bereikten me de gevraagde adressen, zoals je bemerkt ben ik nog niet volledig geraakt. Misschien kan je deze reeds naar “Lannoo” doorsturen (*). We hopen ondertussen op een stralend resultaat.
Gisterenavond kwam ik ontgoocheld thuis of beter werd ik het pas, toen Finneke me je vergeefse telefoonoproep mededeelde. In afwachting dat ik je vanavond hoor en naar de post de lijsten breng, troost ik me in deze schemeravond met je zeer intens nabij te wensen en stilletjes maar te dromen van wat het anders vanavond zou kunnen zijn en wat het nog worden zal. Het is goed hier aan te kunnen denken al gaat het zeer eenzaam. Ik weet dat je het zeer druk had deze week, ik heb ook goed doorgewerkt, kon het steeds zo’n zakencijfer worden we zouden onze kooplustige fantasieën nog vrijer teugel laten wanneer we zo heerlijk langs de gezellige winkelraampjes neuzen. Wat lijken we nog opgetogen kinderen soms he, Nand.
Wanneer ik er nog eens over nadenk zijn die eenvoudige vlugge wandeltochten langs een avondlijke straat, langs die zaterdaagse winkeltjes me oneindig meer waard dan het mondaine feest van vorige week. De “Berliner Ballade” (**) is nog een tijd blijven nadolen bij me, ik kon vermoeden dat je er vreemd door getroffen was dat we ons op sommige momenten zeer tragisch verwanten voelden en toch mogen we zeggen dat we naast mekaar een wereld in ons behielden die onaanraakbaar “ons” is en voor niemand of niets buiten ons zelf althans, die gaafheid kan beroeren.
Ik kan het weer niet zeggen, Nand, ik heb deze week plots zo hevig naar je nabij zijn verlangd. Zo maar – dat we (niet zoals de zeergeleerde Professor het voorhield) slechts mekaar bekijken mochten zeer diep en zwijgzaam maar dat jij minstens zien mocht alles wat ik voor jou zijn wil. Ik weet dat jij het zien kan zonder het te horen “zeggen” Is het daarom dat ik je tweemaal schrijven wou. Was je hier ik zou je het bepotlode briefje laten zien “een begin” van woensdag en een “begin” van deze morgen toen ik ’n ganse voormiddag in de Firma vergeefs wachten moest (***). En nu ik je zo vlug berichten moet omdat je vooral zeker de adressen verwacht, gaat het me veel gemakkelijker. Al lijkt mijn berichtgeving zeer zakelijk. We traden weer een nieuwe en zeer korte maand in, dacht jij er ook aan ? en weet je dat we anders maandag een heugelijke gebeurtenis reeds een half jaar gedenken? (****) Ik bekeek nog eens onze groepsfoto van Deurle … Deze week begaf ik me zeer gewichtig op huiselijke (onze!) inkopen. (dekens en handdoeken.) ‘k Laat je dat bij je eerstkomende bezoek beoordelen! Indien ik met de wagen een der eerstkomende weken kom zal ik misschien de lakens meebrengen dan kan Finneke ze zelf maken zo moet je moeder er zich niet aan vermoeien. Vertel haar dat het droomboek een ongeëvenaard succes oogst, vooral Bert is er elke morgen bij en Vader vraagt er zelfs bij dag naar wanneer hij uit een sluimering wakker schiet !
Lieve Nand, als je door het dringendste werk heen zijt, mag ik wel een hoopvolle licht blauwe omslag verwachten. Ik lees mijn lijvige brievenbundel door en weet hoe goed het is je lief te hebben, zeer lief.
Ik kom vanavond naast je zitten bij het haardvuur misschien laten we de lichten uit tot de schemering ons beiden opgenomen heeft. Ik neem je handen in de mijne je handen zijn moe van het lange schrijven en tekenen ook.
Ik zoen je innig, ik ben
Je Liefste
(*) “Lannoo”: het gaat hier om het manuscript van Nands bundel “Het Eiland Antillia”, zie volgende brief.
(**) “Berliner Ballade”: waarschijnlijk een verwijzing naar de gelijknamige (satirische) film uit 1948 met Gert Fröbe:
“The film has a framing narrative set in 2048 where viewers are offered the chance to look back at “The Ancients”, which introduces the main narrative set in 1948. The film reflects the struggles of Otto Normalverbraucher (Otto Average-Consumer, played by Fröbe), a former German soldier returning to civilian life in Berlin after World War II. After many travails, struggling to find food, shelter, and work, he eventually falls in love and ends up happily with his dream woman.”
Een fragment uit de film met het liedje “Im großen Wartesaal des Lebens” verduidelijkt Sims woorden: “dat we ons op sommige momenten zeer tragisch verwanten voelden”:
(***) “bepotlode briefje”: zie Sims brief van 23 januari, in potlood geschreven op de achterzijde van een bestelbon.
(****) “heuglijke gebeurtenis”: 5 augustus 1950, hun ontmoeting op het Tuinfeest in Villa Kriekenberg.