Zaterdag 3 februari Sim 57ste brief

Zaterdag 3/2/50 –

Eindelijk ! Met de avondpost bereikten me de gevraagde adressen, zoals je bemerkt ben ik nog niet volledig geraakt. Misschien kan je deze reeds naar “Lannoo” doorsturen (*). We hopen ondertussen op een stralend resultaat.
Gisterenavond kwam ik ontgoocheld thuis of beter werd ik het pas, toen Finneke me je vergeefse telefoonoproep mededeelde. In afwachting dat ik je vanavond hoor en naar de post de lijsten breng, troost ik me in deze schemeravond met je zeer intens nabij te wensen en stilletjes maar te dromen van wat het anders vanavond zou kunnen zijn en wat het nog worden zal. Het is goed hier aan te kunnen denken al gaat het zeer eenzaam. Ik weet dat je het zeer druk had deze week, ik heb ook goed doorgewerkt, kon het steeds zo’n zakencijfer worden we zouden onze kooplustige fantasieën nog vrijer teugel laten wanneer we zo heerlijk langs de gezellige winkelraampjes neuzen. Wat lijken we nog opgetogen kinderen soms he, Nand.
Wanneer ik er nog eens over nadenk zijn die eenvoudige vlugge wandeltochten langs een avondlijke straat, langs die zaterdaagse winkeltjes me oneindig meer waard dan het mondaine feest van vorige week. De “Berliner Ballade” (**) is nog een tijd blijven nadolen bij me, ik kon vermoeden dat je er vreemd door getroffen was dat we ons op sommige momenten zeer tragisch verwanten voelden en toch mogen we zeggen dat we naast mekaar een wereld in ons behielden die onaanraakbaar “ons” is en voor niemand of niets buiten ons zelf althans, die gaafheid kan beroeren.
Ik kan het weer niet zeggen, Nand, ik heb deze week plots zo hevig naar je nabij zijn verlangd. Zo maar – dat we (niet zoals de zeergeleerde Professor het voorhield) slechts mekaar bekijken mochten zeer diep en zwijgzaam maar dat jij minstens zien mocht alles wat ik voor jou zijn wil. Ik weet dat jij het zien kan zonder het te horen “zeggen” Is het daarom dat ik je tweemaal schrijven wou. Was je hier ik zou je het bepotlode briefje laten zien “een begin” van woensdag en een “begin” van deze morgen toen ik ’n ganse voormiddag in de Firma vergeefs wachten moest (***). En nu ik je zo vlug berichten moet omdat je vooral zeker de adressen verwacht, gaat het me veel gemakkelijker. Al lijkt mijn berichtgeving zeer zakelijk. We traden weer een nieuwe en zeer korte maand in, dacht jij er ook aan ? en weet je dat we anders maandag een heugelijke gebeurtenis reeds een half jaar gedenken? (****) Ik bekeek nog eens onze groepsfoto van Deurle … Deze week begaf ik me zeer gewichtig op huiselijke (onze!) inkopen. (dekens en handdoeken.) ‘k Laat je dat bij je eerstkomende bezoek beoordelen! Indien ik met de wagen een der eerstkomende weken kom zal ik misschien de lakens meebrengen dan kan Finneke ze zelf maken zo moet je moeder er zich niet aan vermoeien. Vertel haar dat het droomboek een ongeëvenaard succes oogst, vooral Bert is er elke morgen bij en Vader vraagt er zelfs bij dag naar wanneer hij uit een sluimering wakker schiet !
Lieve Nand, als je door het dringendste werk heen zijt, mag ik wel een hoopvolle licht blauwe omslag verwachten. Ik lees mijn lijvige brievenbundel door en weet hoe goed het is je lief te hebben, zeer lief.
Ik kom vanavond naast je zitten bij het haardvuur misschien laten we de lichten uit tot de schemering ons beiden opgenomen heeft. Ik neem je handen in de mijne je handen zijn moe van het lange schrijven en tekenen ook.
Ik zoen je innig,    ik ben
Je Liefste


(*) “Lannoo”: het gaat hier om het manuscript van Nands bundel “Het Eiland Antillia”, zie volgende brief.

(**) “Berliner Ballade”: waarschijnlijk een verwijzing naar de gelijknamige (satirische) film uit 1948 met Gert Fröbe:

“The film has a framing narrative set in 2048 where viewers are offered the chance to look back at “The Ancients”, which introduces the main narrative set in 1948. The film reflects the struggles of Otto Normalverbraucher (Otto Average-Consumer, played by Fröbe), a former German soldier returning to civilian life in Berlin after World War II. After many travails, struggling to find food, shelter, and work, he eventually falls in love and ends up happily with his dream woman.”

Een fragment uit de film met het liedje “Im großen Wartesaal des Lebens” verduidelijkt Sims woorden: “dat we ons op sommige momenten zeer tragisch verwanten voelden”:

(***) “bepotlode briefje”: zie Sims brief van 23 januari, in potlood geschreven op de achterzijde van een bestelbon.

(****) “heuglijke gebeurtenis”: 5 augustus 1950, hun ontmoeting op het Tuinfeest in Villa Kriekenberg.

 

Zondag 4 februari Nand 58ste brief

Gistel den 4.2.51

Ja, het is den vooravond van den 5.. Een half jaar ! (*) Ik zit voor mijn raampje en zie het winters land voor mij liggen. Een felle stormwind waait rondom het huis en woedt onvriendelijk in de schouw. De bomen plooien en beven onwillig in al dit geweld .. arme bomen .. arme “ons” .! Staan wij niet als zij in de rukwinden, machteloos zuchtend, morrend, berustend, spijt alles levend ?..
Een half jaar bracht ons dichter bij elkaar, en vreemd genoeg, hoe dichter wij elkaar benaderen, hoe ondragelijker alles wordt ..
Het is waar, ik ben, evenals zovelen, in de handen van de barbaren, die mij zelf geen boterham meer gunnen. Mijn goeden wil kan hieraan niet veel veranderen. Ik heb deze week gewerkt als een waanzinnige, en wat brengt het ten slotte op?
Wat ik met weken werk verdiende is tijdens het jongste week-end voor 2/3 door de schouw gevlogen.. Ik glimlach als ik lees dat je dekens en handschoenen koopt .. en murmel in mezelf : “zalig wie geloven en niet zien..” Ik bewonder jou geloof in de toekomst: het is schoon. Wellicht is het voor mij een zegen, iemand naast mij te hebben die dat vertrouwen heeft. Eenmaal heb ik dat ook gehad: nu weet ik dat de toekomst uitvalt zoals het verleden ook was : veel ontgoocheling, schaarse vreugde voor dewelke wij dankbaar mogen zijn. Ik heb dat jaren geleden al verwoord, niet in het bereiken ligt de vervulling, niet in het veroveren van het doel, maar in het schoon en doelbewust stréven. “Kamp is schoner dan de zege” schreef ik in ’37. Nu al zie ik goed in wat ons huwelijk zijn zal. Voortgaande op het half jaar dat achter ons ligt, kan ik mij ongeveer “onze” toekomst voorstellen .. En zo spoedig zie ik ons niet in ’t bootje stappen.. Het beetje werk dat ik bij toeval heb kunnen bemachtigen is niet voldoende om scheep te gaan : het loont niet en is al te onzeker. Wij hebben het vorige week ervaren – een kleinigheid kan mij ervan beroven : een slecht humeur van den werkgever, een klacht van een ijverzuchtige collega.. Ik zei je dat ik toch maar die illustraties heb gemaakt en opgestuurd; ik heb ze zo verzorgd dat niemand zeggen kan dat ze minderwaardig zijn – er zijn er bij die echte artistieke gewrochten zijn die eenmaal voor veel geld zullen gekocht worden .. Dan zal ik geen honoraria meer nodig hebben ..
Ik ontving nieuws van de Vl.L. “Eigenlijk passen geen verhalen van dien aard in het jeugdblad .. het richt zich eerder tot de “volwassen” jeugd. Maar ik mag een “handvol” verhalen opsturen, daaruit doet dan de GP. een keus – bij gelegenheid”. Honoraar: 0.20 fr. Per woord. Dat betekent voor een verhaal van 4 getypte bladzijden zowat 200 fr.. Pak aan Nand V. ! en acht jezelf gelukkig! Mijn grote vreugde deze week, was het verbeteren van de drukproeven die Lannoo mij toestuurde. Hij heeft de uitgave wel wat vreemd opgevat, maar allez!, zij verschijnen toch. Stel je voor dat hij alles in italiek gezet heeft, cursief dus; en in plaats van de versregels alle netjes onder mekaar te doen aanvangen, heeft hij alle verzen verdeeld over de middellijn van de bladzijde. (**) Voor de kleine gedichten is dat niet erg, voor de grote schept het een vreemde poespas van aanvangsafstanden, al door elkaar .. Had ik kunnen schreien ik zou het gedaan hebben. Ten slotte is dat ook weer doorgekauwd geraakt. Hij heeft het goed bedoeld en is ten slotte zeer gedienstig zodat ik hem dankbaar moét zijn. En het verbeteren is mij tot een zeldzaam genoegen geworden. Het is een bundel zoals er in dit land niet veel verschijnen (al zeg ik het zelf!). Ik weet dat dit “Eiland Antilia” velen zal doen dromen.. En wie dat bereikt, heeft zijn leven niet verspild. Dat jij eraan meegewerkt hebt door het opsporen van adressen stel ik zeer op prijs. Uit dit stormweer groet ik je met een kus die om het onweer lacht. Je Nand.
P.S. Ik schreef op verzoek van V.M. een staplied voor zijn Brusselse vriendjes. Ik doe zoiets niet gaarne – maar ik mag mijn broodheer (!) niet ontstemmen .. Eigenaardig het dingetje ontstond uit dezelfden geest als deze brief.


(*) “Een half jaar”: verwijzing naar hun eerste ontmoeting op 5 augustus 1950 tijdens het Tuinfeest in Villa Kriekenberg.

(**) De bundel “Het Eiland Antillia”: Alle gedichten werden geschreven in gevangenschap. Titelpagina en lay-out voorbeeld “De Jutter” (“italiek” en “verdeeld over de middellijn”).

 

 

Woensdag 14 februari Sim 59ste brief

(Een kort briefje dat enkele foto’s begeleidde. Om welke foto’s het precies gaat kon ik niet achterhalen)

Brussel 14 Februari 1951.

Lieve Nand,

Ziehier de kiekjes van het laatste
week-end. Hoe vin je ze? ‘K stuur ze reeds
vooraf, zo bereiken ze je ’n dag vroeger.

Indien er geen tegenbericht volgt ben ik
vrijdagavond bij je ! Vol fotoijver zullen we
nog ’n film afrollen langs de zee en bij
je thuis !
Lieve groeten aan je ouders. Zeer
innig omhelst je

Jou Liefste

Vrijdag 16 februari Nand 60ste brief

Gistel den 16.2.51.

Liefste,

Gister had mijn moeder gedroomd  van “een open graf en mijn ouwe heer van jeneverbessen ..” Het “droomboek” ( altijd bij de hand ! ) voorspelde voor allebei de dromen – je raadt nooit wat? .. Ja, een huwelijk, en dan nog wel een gelúkkig huwelijk in de familie. De droomkalender vooraan in het boek verzekerde bovendien dat de uitslag van de dromen in den nacht op den 15e van de maand, zeker binnen de maand zal merkbaar zijn. Dus, lieve meid, nog 29 dagen geduld : je zult zien hoe aardse schatten ons zullen toestromen om ons bootje vlot te brengen .. Je ziet dat ik ook optimist ben – wie zou het ook niet zijn na deze duidelijke aanwijzingen van Morpheus ? Of is het eenvoudig de terugkerende zon die ons krakend geraamte en meteen onzen vernevelden geest wat opmontert? Ik heb in alle geval gister een vlaag van opgetogen werklust gehad en ervan geprofiteerd om een nieuwe novelle af te werken die ik misschien hier of daar zal kunnen aansmeren. Ik zal er maar een derde op ’t getouw zetten – een bundel van dergelijke verhaaltjes zou verkopen als een roman, en dat ware de moeite waard. Eigenlijk voel ik mij niet zozeer tot dit genre aangetrokken, daar het te veel milieu-schildering veronderstelt. Toneel is eigenlijk meer mijn zaak. Hier is de actie onmiddellijk, op den man af, dynamisch, hier dient er niet “verteld”. Voorlopig denk ik evenwel minder aan wat naar mijn hand en mijn hart is, dan aan hetgeen wat zaad in ’t baksken brengen kan ! Ik heb het altijd als een soort prostitutie beschouwd te schrijven voor geld : dat wreekt zich ten slotte op het geschrevene – broodwerk is meestal dood-werk. Maar als de nood dwingt is men wel verplicht. Nu, àls het dan moet .. Wat je schrijft over je werk doet mij veel genoegen – alhoewel ik daar nooit aan getwijfeld heb. Hij màg dat gewoon niet. De wet beschermt den arbeid van de gehuwde vrouw. Hij zou je natuurlijk om een andere reden kunnen ontslaan (bv. Achteruitgang in ’t bedrijf) maar zou hij iemand vinden die hem zoveel bestellingen binnenbrengt?  En daar is het bij hun toch om te doen. Het is echter duidelijk dat dit vraagstuk niet zo’n belang heeft daar wij toch niet trouwen voor ik zelf een ordentelijk inkomen heb. (En vermits het droombeeld uitdrukkelijk is, zal dat nu niet lang meer duren !) Intussentijd voltrekt zich tussen ons en schoon en tot dankbaarheid-stemmend “Ausgleichungs”-proces. Ik ben verheugd te lezen dat je geluk in het denkbeeld opgaat eens mijn volledige huisvrouw te worden, d.w.z. mij in mijn werk en levenstaak zult terzijde staan. Daar heb ik altijd van gedroomd : zulk een vrouw te vinden die mijn scheppend werk zou helpen verwezenlijken, mijn oorbeeld mede zou uit-beelden. Zo’n vrouw heb ik meer dan eens getekend. Reeds in mijn eerste spel is Arteveldes (2) vrouw zijn onmiddellijke medewerkster: zij gaat voor hem en zijn zaak zelfs als gezante naar Engeland. Nu ook weer in “Magellaan” treedt een dergelijke vrouw op. Beatrix Barbaso (1) wordt Magellaan’s vrouw, doch huwt terzelfdertijd ook zijn droombeeld de wereld te omzeilen. Zij vecht aan zijn zijde, ook al weet zij wat een tragisch lot haar als vrouw en moeder te wachten  staat. Als hij eenmaal op zee is, en door allen als een mislukkeling wordt uitgelachen, loopt zij nog de kantoren en de invloedrijke beschermers af, om zijn er en zijn onderneming te verdedigen. Word mijn Beatrix en mijn leven vindt zijn voltooiing, het jouwe een zin !
Een klinkende zoen daarop van
Je Nand

1. Vergeet de adressen niet voor Lannoo. Het kan best zijn dat hij erop wacht
om te beslissen – ik ontving van hem geen nieuws meer.
2. Kan je me ook de adressen bezorgen van “Dietse Warande en Belfort” en
“Het Nieuw Vlaams Tijdschrift” – het redactie-adres? Albe (3) zal dat wel
weten. Dank !
3. Kom je vrijdagavond of zaterdagmiddag? Zal je Donderdag om 20u.
opbellen. Daaag !


(1) in december 1517 huwt Magellaan (1480-1521) Beatriz Barboza, uit het huwelijk werden twee kinderen geboren: Rodrigo die zeer jong stierf en Carlos die stierf bij de geboorte. Zijzelf stierf kort daarna.

(2) “Artevelde”: “Jacob van Artevelde , bijgenaamd ‘de Wijze man’ (Gent ±1290 – aldaar 24 juli 1345) was een Vlaams volksleider en staatsman. Hij behoorde als lakenkoopman, makelaar en bezitter van uitgestrekte eigendommen tot de gegoede burgerij in Gent. Hij werd vooral bekend als Gents opstandelingenleider. Toen Frankrijk vanwege de Honderdjarige Oorlog met Engeland al diens bezette gebieden verbood handel te drijven met de Engelsen, ging Van Artevelde tegen deze bevelen in en hervatte de wolhandel met Engeland. Om die reden wordt hij nog steeds in Vlaanderen (België) als een volksheld gezien.

(3) “Albe”: Waarschijnlijk bedoelt Nand hier de dichter en schrijver Albe, pseudoniem van Renaat Joostens (1902-1973). Hij was o.m. ook beheerder en vicevoorzitter van de Raad van Beheer van SABAM. In Sims archief vond ik een mapje met een briefwisseling (1947-1949)tussen haar en hem en het typoscript van zijn bundel “Groenendaalsche clausuren”, (1947). Meer op de pagina “Sim en de dichter Albe“.

Zaterdag 24 februari Sim 61ste brief

24/2/51.

Lieve Nand,
Ik meen dat je schrijven dit briefje zal kruisen. Je hebt denkelijk op de foto’s gewacht? Ze zijn jammer niet zo goed gelukt als de vorige er was ook schier geen belichting. We herdoen deze kiekjes een volgende keer zeker met meer succes !
De zon zit vandaag feestelijk boven de stad al wordt het voor me geen zonnig week-end. Ik zal zoet zijn het is nog maar amper een week geleden dat we afscheid namen in die ongenadige zondagsdrukte. Je telefoon verraste me al had ik je verteld dat de tweedaagse reis naar Limburg ging. Dank je om je lieve bezorgdheid! Ik weet dat je het deze week zeer druk had, ben je klaar gekomen met de productie?
Mijn werk werd verdeeld, daar Finneke ’n paar dagen met griep te bed lag moest ik me zeer huishoudelijk bezig houden. Je moest zien hoe goed het gaat je zou niet twijfelen aan deze verworven capaciteiten hm!
En we gaan dag voor dag “onze” tijd in. De zon klit; hier in het miniatuur tuintje schieten de bladeren aarzelend uit. Jij schreef me eens dat je niet meer lijden wil dat bittere jaren je hebben geoefend en gepantserd. Ik denk aan je woorden, deze, en ben blij om de geringste droom die nog kinderlijk bijna verheugt: dat dit mijn eerste lente zal zijn van betekenis, van jonge romantiek. Ja ik geloof daaraan! Ik zie je glimlachen, eigenlijk geloven wij beiden daaraan.
Wil je over mijn laatste trouwoplossing oordelen? Hier is men er voor te vinden! We reizen op ’n schone dag naar Italië af “we” dat zijn wij plus Bert en Finneke. In Rome krijgt het paartje de zegen en de reis wordt afzonderlijk voortgezet. Zo combineren we een heerlijke reis en zijn we meteen van al het uiterlijk praalgedoe af waar wij zelf toch niets aan hebben. Het is daarenboven veel minder kostelijk. Finneke en Bert krijgen dan ook een reis, die ze anders wellicht of veel later zouden doen. Wat denk jij. Het is natuurlijk maar een vluchtig ontwerp en voor redelijke opwerping vatbaar !!
Dag lieve Nand !
Hartelijke groeten aan je ouders.   Je Liefste

Zondag 25 februari Nand 62ste brief

Zondag 25.2.51

Liefste,

Ik beantwoord onmiddellijk je brief die ik zo-even ontving –  het mooie weer verlokt mij naar mijn oude jachtvelden, en ik ruk deze namiddag uit naar Den Haan. De stijgenden zon geeft mij er een gevoelen van jeugd (hm!) – ik heb mijn sportkleren aangetrokken (de bleke vest ..) en daar ik weer vrijgezel ben, ga ik eens naar mijn eeuwige geliefde – Wat zal de zee schoon ruisen in dit rustig weertje, het zal een “prevelen” zijn. Ja, de foto’s zijn geen meesterwerken. Jij geeft beslist blijk van een voortdurende afwijking naar “rechts”, zodat mijn beeld naar “links” wordt verdrongen (*). Je mag veel gaven bezitten maar dat je in de wieg gelegd bent voor fotograaf  zal ik, de bewijsstukken in hand, zonder moeite kunnen tegenspreken. Zonder mijn eigen fotografie-kunst te willen overdrijven, stel ik vast dat mijn kiekjes nog de slechtste niet zijn. Je zit er werkelijk alsof wij zoeven uit de boot zijn gestapt – en ten minste in ’t midden van het gezichtsveld. Mijn “mise-en-page” is onberispelijk in elk geval. Je ziet het helpt toch iets een tekenaars-oog te hebben. Ik heb, van tekenen gesproken, drie “Vikingen” verhalen en dito tekeningen gemaakt. Eigenlijk lach ik zelf met dergelijke dingen, maar jonge mensen houden van vechten en luidruchtigheid, en ik heb mijn helden nogal doen “kampen”! Je moest Albe bij gelegenheid erop wijzen dat het adres v. “Dietse Warande en B” fout is. Met het gevolg dat het hs. van mijn novelle verloren gegaan is. Ik vond hier gelukkig nog een exemplaar en zal proberen het ginder aan te smeren. Van Vinck ontving ik ook nog geen bericht. Morgen schud ik hem eens wakker. Ik lees, niet verbaasd, maar verbijsterd, je jongste plannen in verband met ons huwelijk. Van alle fantastische plannen is dit wel het allerfantastische plan. Weet jij wat een paperasserij er hier nodig is om te trouwen? Stel je voor wat men in het buitenland zou vragen, en ik ben zeker dat ik geen paspoort krijg voor Mussolini-land ! Laten wij het maar als een leuke sotternij beschouwen en op den rug schuiven van het jaargetijde. Niets belet, mij dunkt, als broer en zus een reis willen doen, ook zonder ons te vertrekken? Zelf zou ik dat veel liever zien dan dat kosten zouden gemaakt worden voor een conventioneel huwelijk. Aan al die burgerlijke geplogenheden heb ik, zoals je weet, een hekel. Verlos mij van mijn “vrienden” ! Het liefst leefde ik stil en teruggetrokken : de wereld in mij is rijk genoeg om iedereen te kunnen missen. Mensen rondom mij zijn, wat meer is, een last. Ik ondervind dat ieder keer ik onder mensen was, ik ook armer (en niet alleen finantieel!.) terugkeerde. Geef mij maar de eenzaamheid : zonder haar kan ik niet leven. “Wo die Einsamkeit aufhört da beginnt der Markt (het is mijn vriend Nietzsche die het mij schrijft) und wo der Markt beginnt, da beginnt auch der Lärm und das Geschwirr der giftigen Fliegen… Wenig begreift das Volk das Grosse, d.h.: das Schaffende. Aber Sinne hat es für alle Aufführer grosser Sachen… Fliehe meine Freund, in deine Einsamkeit ..“ (**)
Dat is geen slechte raad. En ik voer hem uit in letterlijken zin. Aan zee voel ik mij waarachtig leven : niets dan verte, lucht en water – water dat de luchten spiegelt: “Grösse”!
Ik kus mijn Allerliefste (die beter thans bij mij was dan bij Hems en Co!). Maar niet met een toneelkus !
Je Nand


(*) “zodat mijn beeld naar ‘links’ wordt verdrongen: een vergelijking:

foto door Sim

en foto door Nand: “je zit er werkelijk alsof we net uit de boot zijn gestapt”:

(**) “…Fliehe meine Freund, in deine Einsamkeit!”. Het citaat komt uit “Also sprach Zarathustra” van Nietzsche, Hoofdstuk 23: “Von den Fliegen des Marktes.