(zie uitklapmenu of sitemap voor de specifieke hoofdstukken in chronologische volgorde)
Fotogalerij met portretfoto’s van Nand
(chronologisch van 1907 als 1-jarige tot bij overlijden 1989 met portretfoto’s en filmbeelden)
Nand in 1907, Oostende, 1 jaar oud op de schoot van moeder. Links broer Robert, recht zus Marie-Louise
Gezin Nand in 1917 (11 jaar oud), foto getrokken in Engeland waar de familie 5 jaar verbleef, gevlucht uit Oostende voor het oorlogsgeweld.
Vlnr.: Nand, vader, Henriette (vooraan), Marie-Louise, moeder, Robert (de eerstgeborene).
Onze-Lieve-Vrouwe College, Oostende, 1924: Poësisklas, Nand achterste rij, midden (met gevouwen handen):
Tweede Kandidatuur Rechten KUL Leuven 1926-1927, Nand 2de van rechts:
Vader en zoon thuis, 1936:
Strand Oostende, 1936. Links het Koninklijk Chalet (afgebroken na WOII wegens bombardementen), rechts de Koninklijke Gaanderijen. Deze plaats was slechts op enkele honderden meter van Nands huis in de Koninginnelaan:
Postkaart uit de jaren ’20:
Meer over de familiegeschiedenis op deze pagina.
Zie ook “Stamboom Nand“.
Het gezin woonde in Oostende, tijdens de Eerste Wereldoorlog vluchtte de familie naar Engeland, Aylesbury, tussen London en Oxford en keerde in 1919 terug.
Uit het huwelijksboekje blijkt dat er in de eerste jaren nogal wat verhuisd werd. Dat waren alle huurhuizen, pas in 1920 werd een huis aangekocht in de Koninginnelaan. Dat werd in 1940 verkocht (licht beschadigd door Duitse bombardementen). Daarna werd een woning aangekocht in Gistel. Toen Nands moeder overleed in 1952 bleef zijn vader daar nog enkele jaren wonen om in 1958 in te trekken bij Nand en Sim te Weerde.
Een overzicht van de verschillende betrokken woningen tussen 1901 en 1920, zeven (!) tijdens de eerste 10 jaar, de straatnamen nog in het Frans. Alle woningen te Oostende, behalve één verblijf in Nieuwpoort van maart 1903 tot juni 1905. Op 1 juni 1903 werd daar Nand oudste zus Marie-Louise geboren, zijn moeder was dus een zestal maanden zwanger bij het verhuizen.
Nand werd geboren toen het gezin in de Zuidstraat woonde (“Rue du Midi”). Enkel de laatste woning in de Koninginnelaan bestaat nog, de andere zijn alle vervangen door nieuwbouw.
Toen het gezin na de Eerste Wereldoorlog terugkeerde uit Engeland wachtte de familie een onaangename verrassing, zo schrijft Nand in zijn “Jeugdherinneringen”:
” … mijn ouders mochten vier jaar huur betalen voor een huis dat anderen en in onze meubels – hadden bewoond…”
Een huisvestingsoverzicht 1901-1940 op kaart (Oostende centrum, Google Maps):
Andere verblijfplaatsen van Nand voor zijn huwelijk: te Leuven op kot in de Frederik Lintstraat (1925-1931), te Beverlo tijdens zijn legerdienst (1933-1934), in de Leopoldskazerne te Gent en het legerkampement te Paal tijdens zijn mobilisatie (1939-1940), op kamers in de Elyseese Veldenstraat te Brussel (1941-1943, Zender Brussel) en de interneringsjaren (gevangenissen van Brugge, Hemiksem, Antwerpen en Merksplas, 1944 tot 1949). Zie daarvoor de betrokken pagina’s via de Sitemap.
Tenslotte de huurwoning te Weerde (Zemst) die hij met Sim bewoonde vanaf 1951 tot en met zijn overlijden in 1989.
Een volledig overzicht op de pagina “Woningen/Huisvesting“.
Vader
Hendrik (09/02/1880-16/12/1960) was zeeloods in de Scheldemonding. Hij was de 7de uit een gezin van 14 kinderen (8 jongens en 6 meisjes). Tussen de oudste en de jongste ligt een tijdspanne van 24 jaar. Zijn jongste broertje werd geboren toen zijn moeder 44 was, maar leefde slechts kort. Ook zes andere kinderen stierven zeer jong (tussen enkele dagen en twee jaar). De zeven andere kinderen zorgden samen voor heel veel nakomelingen, waarvan de meeste nu in West-Vlaanderen wonen. Door toeval en veel opzoekingswerk heb ik verschillende familieleden kunnen opsporen en contacteren.
Toen Hendrik trouwde in 1901 was hij de oudste die nog thuis woonde samen met een jongere broer en zus. 4 oudere kinderen waren al getrouwd, 7 andere reeds overleden.
Zie ook de pagina “Vader als loods” met een opmerkelijke anekdote uit de Eerste Wereldoorlog.
Moeder
Maria Ludociva Boddaert (20/06/1881-05/04/1952) was de derde uit een gezin van vijf (1 jongen en 4 meisjes). Simone, de dochter van haar oudere zus Helena was mijn meter. Het is samen met Maria de enige tak waar nog nakomelingen zijn. Met een neef heb ik nog contact. Over zijn tante Helena schrijft Nand met veel liefde in zijn “Jeugdherinneringen“.
Foto: Helena met dochter Simone, die later mijn meter zou worden. Haar man was enkele maanden eerder op zee verdronken toen zijn vissersboot zonk. Ook mijn meter werd niet door het leven verwend: haar echtgenoot kwam op het einde van de Tweede Wereldoorlog om door zgn “friendly fire” toen hij onderweg was naar Brugge. Simone zou later intrekken bij haar broer, naast het huis waar Nand met zijn ouders woonde in Gistel.
Helena was ook een niet onverdienstelijk operazangeres, zij trad o.m. op in de Gentse opera.
De ouders van Maria Boddaert woonden met hun kinderen op de Koninginnelaan te Oostende, waar later (1920) haar man Hendrik Vercnocke (vader van Nand) ook een huis zou aankopen. Haar vader, Theodorus Boddaert, was een fabrikant voor o.a. visserslaarzen die wereldvermaard waren (hij won er talloze prijzen mee), maar toen rubber de grondstof werd moest hij noodgedwongen zijn bedrijf sluiten door de moordende concurrentie.
Biografie : Op Schrijversgewijs een chronologische biografie en een gedetailleerd overzicht van het literaire werk en alle publicaties van Nand.
Samenstelling van het gezin volgens het trouwboekje van de ouders:
Huwelijk ouders, zaterdag 20 april 1901:
Henricus ~ Amatus Vercnocke x Maria ~ Ludovica Boddaert.
Naast hun namen staan ook de data van hun overlijden (links): Voor Henricus ‘Overleden te Mechelen de 16 december 1960′ (twee dagen na de verjaardag van Nand, hij werd 80) en ‘+ te Gistel 5 april 1952′ voor Maria (9 maanden na het huwelijk van Nand, zij werd 70).
Onderaan de datum van hun kerkelijk huwelijk op dezelfde dag als het burgerlijk huwelijk (Matrimonium contraxerunt die 20 aprilis 1901) .
Uit de handtekening blijkt dat het kerkelijk huwelijk werd ingezegend door “H. Pype”:
“ Henri Pype of Pastoor Pype, of in de volksmond ook Paster Pype (Geluwe, 1854 – Oostende, 3 juni 1926) was een Belgische katholiek priester en aalmoezenier. Pype was onderpastoor in de Sint-Petrus-en-Pauluskerk van Oostende. Als vissersaalmoezenier zette hij zich in voor de vissers en hun gezin en hij werd eervol “Vader der visschers” genoemd. Hij werd in 1886 aalmoezenier-ter-zee.”
Henri Pype (uit “Het Visserijblad“)
“Monument van Pastoor Pype naast de Sint-Petrus- en Pauluskerk te Oostende” (Wikipedia):
Behalve Robert, die in Amerika overleed, en Henrica (Ieper) zouden alle leden van de familie begraven worden op het kerkhof dat naar deze priester vernoemd werd: “Begraafplaats Paster Pype” (Nieuwpoortsesteenweg). De meeste grafkelders staan in lange rijen, deels boven- deels ondergronds.
Rustplaats “Pastor Pype – Vader der Visschers” aan de ingang van het kerkhof (foto oktober 2020):
De vier “Kinderen uit dit huwelijk gesproten”, (Nand nr.3):
1. Robertus Mauritius Henricus, Oostende 5 december 1901 om 6u ‘s avonds.
2. Maria Ludovica, Nieuport (Nieuwpoort), 1 juni 1903 om 7 uur ‘s morgens.
3. Fernandus Emilius Leontius, Oostende, 14 december 1906.
4. Henrica Helena Maria, Oostende 19 juli 1909.
Daaronder: “Sur production de cette pièce ‘pov. 163257‘ a été delivré à Robert le 23-4-1918 par le consulat-gén. de Belgique à Londres”. Het is onduidelijk welk document toen aan Robert werd bezorgd. Hij was toen 16 jaar en 5 maanden oud. Het gezin verbleef op dat ogenblik in Aylesbury, Engeland omwille van de Wereldoorlog.
Nr. 3 en 4 (Nand en Henriette) lijken op dezelfde dag geschreven en in de marge geparafeerd (authentificatie).
De kolom “Pokinentingen” vermeldt voor de eerste drie kinderen dezelfde datum: 16 maart 1907 en dezelfde handtekening van de dokter. Voor nr. 4 (Henriette) gebeurde dat door een andere dokter (in het rood) op 23 november 1912.
In de kolom “Sterfgevallen”: voor Robert “Amerika”, voor Maria Ludovica “Oostende 13 maart 1932”, voor Henrica “Ieper”.
Robert werd 49 ( † 21/07/1951 New Orleans – voedselvergiftiging), Marie-Louise 28 ( † 13/03/1932 – longontsteking), Henriette 30 ( † 21/07/1939 – kraamkoorts), Nand 82 ( † 12/05/1989 – herseninfarct).
Wandeling naar de laatste rustplaats in Oostende:
Achter de begraafplaats (het vierkant links) wenkt de zee, rechts de Wellingtonrenbaan (Google Maps). De witte pijl wijst naar het familiegraf:
Verdere biografische gegevens en anekdotes te vinden via het uitklapmenu bij “Nand-Bio”.
Op de pagina “Karel Jonckheere” staat een mooie beschrijving van Nand en zijn woonomgeving tijdens de jaren 1930-1935, beiden woonden te Oostende en waren jaargenoten (°1906). Het was ook Jonckheere die Nand uitnodigde in zijn programma over “Kunstenaars en de zee”. Hieruit een kort fragment (1974) waarin Nand vertelt over zijn jeugd, zijn passie voor de zee en een gedicht voordraagt:
“Ginds de groene vlakte zonder volk,
een andere lente pas uit haar geboren,
in ’t nieuwe landschap droomt een oude toren,
een wolk omhult zijn beeld met blauw.
Hier de zee, de naakte grens der aarde,
waar onbedaarlijk dreunt der wateren gewoel,
het gisten van de geest gestuwde poel,
de mist verborgen lucht, de ongebaande.
Trouwe aarde die niet varen zal,
dolende water, stroming, waterval,
ik voel u beide machtig in mij leven.”
Bruidsnacht
Het gedicht “Bruidsnacht” van Nand uit 1941 werd door de Vlaamse folkgroep Laïs op muziek gezet voor hun eerste CD “Laïs” uit 1998, die erg succesvol was. In 2014 speelde ze hun eerste CD volledig live in de AB (Ancienne Belqique, Brussel) tijdens het “Laïs plays ‘Laïs’ Rewind Concert”. Hieronder het nummer “Bruidsnacht” (met ondertitels Nederlands/Engels):
Oorspronkelijke versie van het gedicht:
DE BRUIDSNACHT
Zij is bij nacht naar ’t duin gegaan,
haar ruischend bruidskleed had zij aan.
De baren gaan en keeren.
“Ik draag een kroon op mijn blinkend haar.,
het duin is donker, de sterren klaar.”
En eenzaam in zijn doodsch gebied,
ontwaakt hij en aanhoort haar lied.
De baren gaan en keeren.
“Draagt gij een kroon op uw blinkend haar?
Het duin is donker, de sterren klaar.”
Hij kwam uit zee naar ’t duister strand,
hij nam haar bij de bleeke hand.
De baren gaan en keeren.
“Van minne is mijn hart zoo zwaar,
het duin is donker, de sterren klaar.”
Toen, in den zeenacht, in ’t geurend kruid,
werd zij zijn gekroonde bruid.
De baren gaan en keeren.
“Het duin is donker, de sterren klaar:
wij rusten eeuwig bij elkaar.”
Hij nam haar in zijn armen mee,
en keerde terug naar de brandende zee.
De baren gaan en keeren.