Tijdens het interview dat ik van Sim afnam in 1993 heeft ze het kort over haaar begeleiding van een “Kinderlandverschickungsreis” naar Duitsland in 1941:
Ze vermeldt een pennenvriend uit Duitsland die ze daar had leren kennen toen ze als begeleidster deelnam aan een zgn “Kinderlandverschickung”-reis. De Kinderlandverschickung (“verschickung” betekent verplaatsing) was door de Duitsers opgezet om kinderen uit steden naar het platteland te brengen, als bescherming voor de geallieerde bombardementen. Dat concept werd ook naar de bezette gebieden gebracht:
“In de zomer van 1941 organiseert de bezettende Duitse macht voor het eerst een reisje van 4 weken voor de kinderen van de Duits gezinde Vlamingen naar het veilige en mooie binnenland van het rijk. Hoewel het concept verdacht veel gelijkenis vertoonde met de Kinderlandverschickung in Duitsland, werd het volledig anders aangebracht bij de Belgische bevolking. De klinisch en zeer Duits aandoende naam werd vervangen door “KLV: Kracht; Leven, Vreugde”, en de propagandamachine deed beelden opbloeien van gelukkige, blozende en vooral gezonde Arische kinderen. Men speelde, net zoals in Duitsland, in op de bezorgdheid van ouders, die in de chaos van een oorlog vreesden voor de veiligheid en gezondheid van hun kinderen.”
Dit citaat komt uit de uitstekende scriptie hierover van Leen Schmücker (2003), die je hier kan inkijken. Deel IV gaat specifiek over de reizen waar Sim het over heeft. Over de beleving van de kinderen tijdens zo’n reis zie ook de pagina “Verhulst” (fragment 3).
Hier een filmverslag uit heet bioscoopjournaal van toen die het vertrek toont van de kinderen en hun begeleiders uit het station van Antwerpen, ca 1941-1942:
In het archief vond ik nog een foto uit die tijd, met op de achterzijde vermeld: “Eifel Zomer 1941 met Germaine”. Dat was een “Kinderlandverschickung” reis. Germaine (rechts) was een hartsvriendin, die 3 jaar later haar celgenote zou worden…
En de pennenvriend die ze daar leerde kennen stuurde in zijn brieven (ik vond er een drietal, in tegenstelling tot wat Sim beweert over één brief) ook enkele foto’s mee, zijn naam was Heinz, hier samen in de Eifel:
foto van de pennenvriend uit 1937, Sim kreeg die bij een brief van Heinz in 1941
Getuigenverklaring van de huisbazin waar Sim op kamers was (volgens haar waren de brieven die ze uit Duitsland ontving van een meisje):
“Ik wist niet dat zij een zwarte was… Toen ik dit vernam kon ik dit maar slecht gelooven. Zij heeft zich zo lang ze hier is geweest nooit over politiek uitgelaten. Wel weet ik dat ze briefwisseling ontving uit Duitschland, deze brieven waren te oordelen naar het geschrift afkomstig van een meisje. Van betrekkingen met Duitschers heb ik zoolang zij bij mij gelogeerd heeft nooit van gehoord of gezien, zij was erg korrekt, en kon maar niet geloven dat zij zwart was.”
In mijn zoektocht naar familieleden van deze huisbazin vond ik haar kleinzoon. Mijn interview met hem is te vinden op de pagina “Hospita Sim“.