1926-1932 Studentenjaren KUL

Over zijn aanvankelijke studiekeuze na de humaniora schreef Nand in zijn “Jeugdherinneringen” het volgende:

Ik had intussen tekenles gevolgd bij de leraar van fysica – altijd dezelfde – en door het volgen van hogere wiskunde hoopte ik mij te kunnen voorbereiden voor het ambt van scheepsbouw ingenieur. Dat was in poësis. Maar tussen de cijfers door gingen andere tekens aan ’t dansen: het waren de jamben, trocheeën, anapesten van mijn eerste verzen die het tenslotte op de formules en tekens haalden… Het bouwen van schepen was ongetwijfeld een verlokkelijk beroep, maar de weg naar de werf lag bezaaid met de spijkers van een technische inwijding die mij ten slotte niet lag – Ik besloot het bij talen en literatuur te houden en als germ. filoloog naar Leuven te gaan. Mogelijk had het vertrouwd worden met de uitdrukkingsmiddelen van de poëzie, maat, metrum en rijm, een nog stille snaar in mij aan ’t trillen gebracht? Ik weet alleen dat voortaan de verzen als vanzelf aan ’t zingen gingen. Ik haalde bij een diocesane prijskamp de 1ste ‘accernit” (?), maar dat was niet meer dan een uiterlijke gebeurtenis: de grote vreugde was voor mij was dat ik het woord ontdekte, dat ik nu de sprake van het duistere en onzegbare had ontdekt, die mij tot een levensbehoefte zou worden“.

In Leuven volgde hij dus de kanditaturen Germaanse Filologie, maar toen zijn professoren hun studenten duidelijk maakten dat er weinig carrière te halen was met dit diploma (in zijn woorden spraken zij – o.a. Professor  Lodewijk Scharpé – van ‘Germaanse ezels, wat doen jullie hier!’) én vooral om zijn ouders ter wille te zijn, schakelde hij over naar de Rechten.

Getuigenis over hoe Nand overkwam bij zijn medestudenten in Leuven (1926-1930)

In: Ons Leven”, 42ste Jaargang, nrs 12-13, pp 200-201, 10 juni 1930″

In dit nummer neemt de redactie afscheid op het einde van het academiejaar  1929-1930:
Kameraden, Dit is het afscheid van de ouwe redaktie aan U allen!”.
Interessant, in het licht van Nands verdere evolutie, is wat volgt:

“Het rijk der degenereerden en der ontmanden heeft stilaan uitgediend…. en weldra luiden we de Diktatuur van de Jeugd! De jeugd die in haar program heeft geschreven het scheppen van een nieuwe wereldorde: een orde van Tucht, van Harmonie en Rechtvaardigheid. Die orde in Vlaanderen brengen is onze taak van morgen!”.

Over “Mannen van betekenis”, de Leuvense studentenjaren van Nand in het blad “Ons Leven” (de tekeningen zijn ook van Nand, wiens naam hier als “Nant” wordt geschreven, in het groene studentenliedboek staat zijn naam ook zo geschreven in de praeseslijst vooraan, bij jaartal 1929).

Nands verschijning, levenswijze en omgang met anderen had blijkbaar een diepe indruk nagelaten:

“Mannen van Beteekenis” ofte Spieghel memoriael van illustere personagieën dien den roem uitmaken van de LEUVENSCHE STUDENTENWERELD tot stichting ende leringhe van de huydighe en commende generatiën saemgelezen deur die Tamboeren van “ONS LEVEN”

NANT, Summus Pontifex.

Zoo dikwijls ik z’n mooie gigantische gestalte door de straten van Loven zag zweven, onbewust van de geweldige waardigheid die op haar schouders rustte, en kinderlijk omkranst door ’n gerbe frissche en levensblije Schachten.
Zoo dikwijls is z’n glundere oogen zag, blikkerend van heerlijke openhartigheid, in dien snedig gehouwen kop, waarop ’n geweldige haarwildernis sprak van wild-stoute droomen, en blij schoonheidsverlangen.

Zoo dikwijls ik z’n zwaar-harmonieuse stem hoorde, die trilde als cello-gestrijk van inwendige aandoening en openplofte in de zielen met een katarakte van stijgerende beeldengloed!
Zoo dikwijls heb ik gedacht aan de brutale oneindigheid van de zee, met haar kalm-effene stilten, waaronder de afgronden van leven en gebreidelde krachten, die hoog-op zwieren in brakende bergen, onder de zweepslag van striemende winden.
Zoo dikwijls heb ik gedacht aan die fantastische Veurne-ambachtsche luchten boven zware poldervlakten.
Aan de zingende kalmte van ’n nacht aan duinenstrand.
Aan de reuzen gestalten van hoekige visschers, die in hun oogen dragen de melancholie van het eeuwige water.
Zoo heb ik van U gehouden, Nant, omdat ge goed zijt, en het leven bemint in de schoonheid van de harmonie.
 – omdat ge idealen hebt in forsche lijnen en effene kleuren!
 – omdat ge ’n kunstenaar zijt in uw menschzijn!
Ge zijt geen student geweest zooals wij allen, die ons dagelijksch leventje leiden tusschen pot en studieboek en dilettantisme, geen die zich tot doel stelde een populaire figuur of een jouissante drinkebroer, of een flink onderlegde capaciteit te worden! Neen!
 Maar de schoonheid hebt ge opgezocht waar die te vinden was, ook onder de studenten, en van die schoonheid hebt g’ons laten genieten: de kunst van uw woord, de kunst van uw pen, de kunst van uw penseel! –

–  Dààrdoor, Nant, hebt ge U een plaats ingeruimd in de geschiedenis van de Leuvensche Studentengeneraties!

Altijd zullen wij, die ons zijn vrienden mochten noemen, blijven gedenken dat heerlike Kot op de Frederik Lintstraat, waar Nant leefde in een hemel van schilderijen en teekeningen en… verfpotjes, waar je zóó gezellig kon praten gehuld in blauwe wolken uit Nant’s kromme pijp, en waar de laatste zin steeds was… “een ode aan de Zee, haar Gudrun’s en haar Vikings!” –
  –  In dàt kader, Nant, vergeten wij U nooit!

KUL Promotie Rechten 1930,  Nand achterste rij 2de van links (in dat academiejaar was hij ook praeses van het KVHV):

Tweede Kandidatuur Rechten, KUL, 1926-1927, Nand 2de van rechts:

een foto van Nand thuis te Oostende, met pijp en “haarwildernis” , uit die tijd…

en met de “lange pijp” in het gezelschap van “Youyou”, de familiehond:

Met pijp en hoed op het strand:

1926: Met studenten in het stadspark te Leuven voor de kiosk (Nand met pijp, aangeduid met witte pijl):

Nand op de rug getrokken, in discussie, waarschijnlijk in het Begijnhof te Leuven:

Een toespraak vanuit de dakkapel:

Nand (zittend, links vooraan) als praeses AKVS 1929:

Bovenstaande foto is een uitsnede van een grotere groepsfoto van het hoofdbestuur van het AKVS in het academiejaar 1928 – 1929 met zittend van links naar rechts Domien Pelgroms, Joris Geens, prof. Floris Van der Mueren als gast, Ferdinand Vercnocke, René Lagrou en Jozef De Langhe en staand van links naar rechts Lode Vernimmen, Bart Cattersel, Karel De Vaster, Achiel De Gryse, Joris Hermans, Theo Luykx, Mon Rubbens, Jan Seghers, Door Dehing, Jan Acke, Jos Leysen, Luc Carton, Bert De Bie, Marcel Usé, Jan Brans en Bob Fransman (foto en beschrijving bewaard in het archief van het ADVN) :

Bestuur, op de achtergrond de bibliotheek (Ladeuzeplein), Nand tweede van links vooraan:

Studentenoptocht 1927, Nand midden met lichte regenjas:

Deze foto is getrokken op de Oude Markt te Leuven, ter hoogte van het huidige café “De Rector” (zie gevelsteen “In De Witte Duif” links bovenaan). Huidige toestand (Google Streetview):

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *