1919-1926 Collegejaren

De humaniorajaren volgde Nand aan het Onze-Lieve-Vrouwecollege te Oostende. Naar alle waarschijnlijkheid in de Larijn-Griekse afdeling.

Google streetview van de huidige locatie:

In 1919 was het gezin net teruggekeerd uit Engeland, waar de familie sinds 1914 verbleef op de vlucht voor het oorlogsgeweld. Nand moest zich opnieuw aanpassen: hij was de “vrije” geest gewoon van het Engelse schoolleven, daarenboven had hij al die jaren in het Engels les gevolgd, een ervaring die een stempel zou drukken op zijn verdere leven  (zie het hele verhaal bij “Jeugdherinneringen“) .

Een hele reeks foto’s werd bewaard uit die collegejaren. Slecht één enkele dateert van 1922, de andere alle uit de schooljaren 1923-1924 en 1924-1925, met zelfs beelden uit een toneelstuk waar Nand in meespeelde.

1922. Nand (toen 15) schrijft op de achterzijde van deze foto: “1922. Grote Studie, Wandeling op ’t strand“. Nand +/- 5de rij links (zie detailfoto). Enkele oudere leerlingen dragen studentenpetjes.
Leuke details:
Rechts vooraan haalt iemand een grapje uit: hij duwt zijn buur op het ogenblik dat de fotograaf afdrukt. Daarboven laten twee studenten een bal (of een pet) balanceren op hun handen (links van hen een echte bal). Nog hoger, steeds rechts, twee vrienden die elkaar omarmen, net zoals de twee jongere leerlingen, zittend vooraan rechts, die dat zeer gewichtig doen. Ook enkele anderen leggen de hand op de schouder van voor- of zijbuur: zoeken zij steun om recht te blijven op de trappen of de helling van de zeedijk? Vooraan centraal wordt de pet van het hoofd gehaald. Bovenaan op de trap zwaait een (ontsnapte?) jongen met zijn pet. Het grapjes uithalen op schoolfoto’s is van alle tijden! En de priester draag, met strenge blik,  een sleutelbos in de hand.
De foto is waarschijnlijk getrokken aan de zeedijk, voor het (oude) Kursaal, zie hieronder.
(Er waren twee gelijkaardige foto’s, de ene iets kleiner dan de andere, daarom de “overlay”.)

Detail uit deze foto: Nand centraal:

Locatie waarschijnlijk zeedijk en trap voor het (vroegere) Kursaal – midden rechts:

Animatie:

1923 “Op de ‘speelplaats” (Nand schrijft achteraan “koer”). Nand links op de rug:

1923, zelfde plaats Nand centraal:

 

Poësis klas 1923-1924, Nand 3de rij rechtstaand midden (met rechts en links enkele planten als “decorversiering”):

1923-1924: (Poësisjaar) De hele school. Nand aangeduid met witte pijl achteraan:

1924 Nand schrijft op achterzijde: “Aandenken uit Paaschverlof, Schooljaar 1923-24 – Gewestvergadering te Blankenberge“. Hij was toen lid van de “Sint-Pietersgilde”, zie fragment hierover onderaan deze pagina.
Nand linksmidden voor het raam:

1924 Achterzijde vermeldt: “Gistel, 1924“. Nand schrijft hierover in zijn “Jeugdherinneringen”:

“Als wij voortaan met de studentenbedevaart naar Gistel togen  en met de zijden vlaggen wapperend voorop – de onze was nog door Joe English getekend…” 

Nand rechts met pijp, de vlagdrager en de vlag midden achteraan:

1924 Op de achterzijde van deze foto: “Aandenken aan den ‘Verloren Zoon’, Vincentiusfeest 1924” (het woordje “zoon” is een gok, want daar is de foto afgesneden, cfr. detail).

Toch vond ik een toneelstuk met deze naam, nl. “De verloren zoon : gedicht parabelspel in vier bedrijven, Jozef Vandenbergh, muz. Adolf De Graeve. – Kortrijk : Vooruitgang, 1909. – Herdrukken in 1910, 1911 en 1913. – 110 p.”, Vandenbergh (1878-1973) was een Roeselaars auteur, die voor dit stuk de provinciale prijs kreeg.

Nand rechts:

1924 De volledige “cast” van de toneelvoorstelling. Nand staande centraal (tussen de twee vensters)

1925 Op de achterzijde van deze foto: “Groot Verlof – 1925“. Nand links:

1925, idem als hierboven, Nand lachend met hoed en pijp:

1925. Op de achterzijde van deze foto “Als aandenken + M. /DeMeester?:” Familienaam moeilijk leesbaar. Waarschijnlijk gaat het om een begrafenis of herdenking. Nand leest/zingt in een boek (een bijbel?), tweede van links:

achterzijde:

Deze foto was gevoegd bij de bovenstaande. Er zijn 4 jongeren te zien die een zeilboot dragen in optocht, daarachter jongeren in visserskleding met visserskap. Waarschijnlijk een soort zeewijding voor de vissers. Locatie: “Hotel de Paris” hoek Kapucijnenstraat en zeedijk (nu Albert I promenade) te Oostende, een Belgische vlag siert het balkon:

… en een nogal stuurs kijkende Nand:

Het hotel in vroegere tijden:

Huidige toestand (Google Streetview). In de Kapucijnenstraat herinnert nog de ‘Residentie Paris’ aan het vroegere hotel:


Fragment uit Jeugdherinneringen waarin hij het contrast beschrijft tussen het Engelse en Oostendse schoolleven en de aanzet tot zijn “Vlaams bewustzijn”:

“Een tegenvaller was mij ook de school. Ik die Shakespeare vlot lezen kon en algebra had gestudeerd werd in het “Klein Collège” gestopt. Ik kende weinig of geen Nederlands wel het Frans dat ik bij de nonnen (vn Kaste?) en in Engeland geleerd had. Ik haalde echter mijn schade op ‘n een paar maanden in en kon na het groot verlof een klas overspringen en recht in de 6de Latijnse belanden… Dit was een sterke klas waar de primus perpetuus – thans een plattelandsdokter – zich niet uit het zadel liet lichten… Eigenlijk heb ik er mij nooit thuis gevoeld. Het was mij zowat te moede zoals de “Grand Meaulnes” (*) die in zijn klas terugkeerde nadat hij het wonder van zijn sprookjeswereld had beleefd… Bij ’t lezen van dit ontroerend en tragisch boek dat mij eerst als man in handen viel, moest ik steeds weer aan mijn ‘eerste’ jeugd denken. Ergens in mij lag onuitgesproken en onuitspreekbaar het heimwee naar de jeugd die hier als afgesloten en geëindigd scheen en mij een gevoel gaf hier verdwaald te zijn. Ginds was de wereld waarin ik tot ’t bewust leven ontwaakt was en een deel van mezelf, mijn bestaan voorgoed verloren wist. Het sombere gebouw met de zwarte gevel (sindsdien merkelijk opgefrist in ’t belang van het straatbeeld… ’t algemeen en de scholier in ’t bijzonder) woog zwaar op mij. Het was een echte stadsschool helemaal rond een speelplaats ingesloten zonder een boom, zonder een beetje groen. Het leek dat ik hier kennis maakte met een instelling die tot een andere eeuw behoorde. Een priester in de strenge zwarte toog vooraan aan het bord was mij al een ongewoon beeld, daarbij schrokken zij in die dagen niet voor een klinkende oorveeg terug; maar daar waren vooral de lange dagen van 7 tot 19 uur en de kloosterlijke stilte van een witgekalkte studie terwijl wij in Engeland al om half vijf naar huis mochten. De school beschikte er zelf over twee grote voetbalvelden, waar ’s zomers door de leerlingen in kraaknette plunje cricket werd gespeeld. Zo leek mij godsdienst beoefening geheel anders dan in Engeland waar alles erop berekend was om bij jonge mensen zelfzekerheid en levensvreugde op te wekken – Wij waren in Engeland trouwe kerkgangers (…?…), ik was er ook gevormd geweest en had er in de kleine houten kapel van de High Street trouw de mis en het lof gediend – maar bij de streng traditionele tucht die mij als een dwangbuis voorkwam met de jaarlijkse sermoenen over hel en dood die donkere schrikbeelden in mij wakker riep en mij “dood”-ongelukkig stemden in een halfduistere kerk hebben mij nooit van de kwellende angst kunnen bevrijden. (…)
Ik kwam een stap verder uit mijn verslagenheid toen mij een rol in een spelletje werd toegewezen dat bij een avondfeest zou worden opgevoerd. Daar ik toen beter Frans kende dan Nederlands werd ik voor het “Franse” stuk uitgekozen. Uit ’t buitenland teruggekeerd wist ik niets van de binnenlandse toestanden af en vooral besefte ik toen nog niet dat er in ’t gesticht twee studentenbonden – een Franstalige en een Vlaamsgezinde in ’t geheim onder de scholieren werfden… Toen mij de schelen van de ogen vielen sloot ik mij als vanzelf bij de St Pietersgilde aan. Vlaams van huis uit was ik met het eigene te innig vergroeid om bewust het oneigene te kiezen, en zulks spijts en nog ten dele verfranst onderwijs en het feit dat het Nederlands in den beginne een bijzondere inspanning van mij vergde.”


(*) “Le Grand Meaulnes“: De enige, maar beroemde roman van Alain-Fournier (1913), die stierf tijdens gevechten bij het begin van de Eerste Wereldoorlog (22 september 1914).

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *