1992 Jozef Deleu – Erik Verstraete

In 1992 schreef Sim een brief aan Jozef Deleu (°1937), dichter, schrijver en bloemlezer, met de vraag of hij geen poëzie van Nand kon opnemen in zijn “Groot Verzenboek, vijfhonderd gedichten over leven, liefde en dood”. Deleu antwoordde negatief.

Sim schreef hierover in “Brieven aan Nand”:

“In het Groot Verzenboek van Deleu werd ook de naam vergeten. Ik heb de samensteller een schrijven gezonden en hem herinnerd aan de teruggezonden bundel jaren geleden met de vermelding “te onbelangrijk om te bespreken…”. Pips heeft er toen erg onder geleden.”

“J. Deleu heeft mijn brief beantwoord, zonder verontschuldigen zich beroepend op zijn persoonlijke mening. Ik denk dat de wijze raad van Pips: “laat alle kritiek over je heen gaan, puur eruit wat waar is en voor de rest verloochen jezelf niet”. Soms herhaalde hij ook het Frans gezegde: “Les chiens aboient, la caravane passe…”

Hieronder de bewuste brief van Deleu:

“Zeer Geachte Mevrouw,

Ik dank u vriendelijk voor uw schrijven van heden dat ik via uitgeverij Lannoo mocht ontvangen en voor de bundel DE ZEVEN ZEEEN met de vriendelijke opdracht.

In het GROOT VERZENBOEK,5e druk, werd inderdaad geen gedicht opgenomen van wijlen Ferdinand Vercnocke. Ook in de eerdere edities gebeurde dat niet. In het totaal werden slechts een beperkt aantal dichters opgenomen en het is werkelijk onmogelijk in een totaal van 500 gedichten iedereen aan bod te laten komen.

Ik kan me voorstellen dat dit niet prettig kan zijn, maar ik geloof dat wie ervaring heeft met bloemlezingen zich daar zondermeer moet bij neer kunnen leggen. De bloemlezer kiest in eer en geweten en hij alleen is verantwoordelijk voor die keuze. Ik neem die verantwoordelijkheid en daar bovenop vanzelfsprekend de wrevel die mijn keuze bij sommigen kan opwekken.

Met vriendelijke groeten en dank voor uw schrijven,
Uw
Jozef Deleu”


Recensie over het “Groot Verzenboek” door Erik Verstraete (1944-2016), journalist, dichter en essayist van Vlaams-nationalistische strekking. Vandaar dat het niet verwonderlijk is dat hij in zijn bespreking betreurt dat er geen verzen van Nand werden opgenomen (passages blauw ingekleurd). Verschenen in “De Gazet van Antwerpen”, 1992:

Jozef Deleu, Hans Warren en Rudolf van de Perre
Bloemlezingen voor liefhebbers en ‘gebruikers’

Al wordt de poëzie doorgaans voorgesteld als he “zwakke broertje” van de literatuur, toch is er altijd weer belangstelling voor gedichten. Er zijn in Vlaanderen méér poëzielezers én “gebruikers” — die speuren naar gelegenheidsgedichten voor doodsprentjes e.a. — dan men soms denkt. Bloemlezingen krijgen daarom veel aandacht.

Uit het recente aanbod van nieuwe bloemlezingen treden er drie op de voorgrond, twee Vlaamse en één Noordnederlandse, die onderling zeer verschillen naar inhoud en opzet: het “Groot Verzenboek” van Jozef Deleu, de ”Spiegel van de Moderne Nederlandse Poëzie” van de Noordnederlandse dichter en essayist Hans Warren en ”Woorden om wakker te lezen” van Rudlf van de Perre.

Thematische gids

Dat gedichten mensen blijven boeien en zelfs voor commerciële uitgaven zorgen blijkt o.m. uit het blijvende succes van het “Groot Gezinsverzenboek” uit 1976 van Jozef Deleu, waarvan in vier drukken 20.000 exemplaren verkocht werden. Onlangs verscheen een vijfde, geheel herziene druk van dit Lannoo-boek, met als nieuwe titel ”Groot Verzenboek”, op royaler formaat dan voordien en in een bijzonder verzorgde uitvoering.

Tussen deze “500 gedichten over leven, liefde en dood” treffen we klassieke gedichten aan van de grootste Zuid- en Noordnederlandse dichters van de 20ste eeuw, naast heel wat jongeren en “mindere goden”. Deleu heeft echter ook verzen opgenomen van Gezelle, Gorter, J.H. Leopold en Verwey, dus nog uit de 19de eeuw. Het voornaamste voordeel van deze anthologie is de thematische opbouw in zeven afdelingen, rondom de grote thema’s van het leven van ieder mens: “Verwachting en geboorte. Vader en moeder”; “Het kind. De jaren van de jeugd”; “Het leven ontwaakt. De liefde”, ”Man en vrouw. Het samenleven. Het huwelijk. De vriendschap”; “Het ouderhuis en de herinnering eraan”; “Het grote leven. De vragen. De pijn”; “Eenzaamheid. Ziekte. Dood”. Een gids voor alle mogelijke gelegenheden.

Toch is deze keuze subjectief en werden van bepaalde voorname dichters te weinig of géén verzen opgenomen: bv. slechts één van Alice Nahon (toch geschikte gelegenheidspoëzie); één van Wies Moens en geen enkel van Ferdinand Vercnocke. Om maar die drie te noemen. Anderzijds nam Deleu, bij zijn nieuwe gedichten in deze uitgave verzen op van soms onbekende Noordnederlanders, zeker in Vlaanderen.

Té Noordnederlands

Een echt volumineuze gids door poëzieland is de “Spiegel van de moderne Nederlandse poëzie” van Hans Warren, met omzeggens 800 gedichten, waarvan de grote meerderheid van Noordnederlandse oorsprong. Ze werd gepubliceerd door Meulenhoff-Kritak. Vercnocke en Moens ontbreken hier weer, evenals René Verbeeck, al staan Alice Nahon en Bert Peleman er wel in, elk met één gedicht. Deze bloemlezing is chronologisch op gebouwd, van Gezelle tot de jonge Peter Ghyssaert. Het is reeds een zesde editie sinds 1979. Voorganger van ervan was de ”Spiegel van de Nederlandse Poëzie” van Victor E. van Vriesland (1939). Hans Warren noemt zijn keuze “veel strenger” en is tevreden dat ze nu geheel zelfstandig staat.

Leidraad voor lectuur

Een zeer welgekomen bloemlezing is de Davidsfonds-uitgave “Woorden om wakker te lezen” van dichter, essayist en uitmuntend poëziekenner Rudolf van de Perre. Na de ruime respons en waardering die “Die lezen mogen eenzaam wezen” enkele jaren geleden te beurt vielen, vond de uitgever het wenselijk een tweede reeks van vijftig gedichten kort — slechts één bladzijde — te belichten, op dezelfde wijze: geen grondige analyse, maar een soort leidraad bij de lectuur.

Van de Perre heeft opnieuw een keuze gemaakt uit een halve eeuw Noord- en Zuidnederlandse poëzie en de gedichten chronologisch geordend, zodat ook iets van een evolutie zichtbaar wordt. Naar het voorbeeld van de Noordnederlandse dichterchemicus Leo Vroman, in het gedicht “Voor wie dit leest”, doet Rudolf van de Perre een beroep op de mede-creativiteit van de lezer om het geschreven of gedrukte en daardoor “ingeslapen” woord opnieuw “wakker” te lezen, op basis van de liefde die dichter en lezer verbindt.

In zijn gevarieerde keuze brengt hij verzen van hoog gehalte, van o.a. Hubert van Herreweghen, Vasalis, Gerrit Achterberg, Jan van Nijlen, Bertus Aafjes, Paul Snoek, René Verbeeck, Jan Veulemans, Ida Gerhardt, Aleidis Dierick, Anton van Wilderode, Rutger Kopland, Leonard Nolens, Chrles Ducal en Jotie T’Hooft. Als weinig anderen brengt van de Perre echt goede poëzie dichter bij een ruim publiek.

E.V.

Jozef Deleu, Groot Verzenboek, Tielt-Amsterdam, Lannoo-Anthos, 895 fr.
Hans Warren, Spiegel van de moderne Nederlandse poëzie Amsterdam-Leuven, 990 fr.
Rudolf van de Perre, Woorden om wakker te lezen, Leuven Davidsfonds, 395 fr.

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *