Dinsdag 19 december Sim 47ste brief

Dinsdag /19/12/50

Geliefde Nand !
Vanmorgen verraste me je heerlijke brief ! Toen ik het wagentje naar de werkdienst gebracht had ben ik in het terugkeren een eind langs de laan opgelopen daár waar de sneeuw maar koppig wijken wil en mij nog het visioen weerkaatst van sneeuwtartende zondagskinderen. Een blijde boodschap was me je te schrijven, waarom voelde ik plots weer zeer duidelijk onze gemeenschap aan jong-spontaan als in de bekentenis der volle zomerdagen?
Toen ik gisteren langs de besneeuwde buiten wereld “slenterde” was er weinig fantazie toe nodig “ons” huizeke te ontwaren met de kleine kloosterramen over de vlakke stilte. De vreemde stilte – Ook in mij was ze overgegroeid en ik weet nog niet waar de weemoed of de ontroering die stilte in mij beroert, maar het is een vreemde wisselwerking. Het verheugde me zo dat je onverwacht voor dit week-end naar me toe kwam. Jij weet hoe zielig kleine omstandigheden ons onophoudend vijandig schier achterna zetten. Ik weet, Nand mijn, dat ik nog een lange weg heb af te leggen naar je toe. Het is mijn vurigst verlangen een levenlang deze weg dagelijks steeds schoner en dieper te kunnen ontdekken. Het is mijn geluk dat het mij gegund werd dit te mogen doen, en hiervan bewust te worden dit gebeuren bewust te beleven is dit niet gelukkig zijn? Dat we zondagnamiddag een der zeldzame volledige extasen doormaakten heb ik zeer duidelijk aangevoeld. Het verheugt me dat we gisteren in éénzelfde gedachtensfeer, spijts de ruimte, ons zó dicht benaderden.
Toen ik zondagavond “regelrecht!” naar huis kwam waren de mensjes hier zeér luidruchtig omringd met al té ijverige ziekenbezoekers. Naast de iets of wat vreemde gemoedsgesteltenis die je ongewone zondagse afreis me meegaf was het me een troost dat je je onvoorzien weer een “zielige” omstandigheid gespaard hadt. Ik stel vast dat ik in dergelijke ogenblikken jouw oordeel in mij voel groeien als het mijne! Kon er van jouw licht een weerschijn in mij overstralen zó gelijk de sneeuw het doet door de zonbeschenen raam van je studio. Ik verlang naar de komende kerstdagen is het voor mij niet als de nieuwgeboorte? Ook ik trok uit naar de glanzende ster ze wenkte me lang reeds weg van over de brabantse heuvelen naar de vlakke stilte van de geheimenisvolle zee. Voor mij blijft het wenkende sterrenbeeld staan boven het heiligdom van jou huis! Ik kom dus, Nand Mijn, naar je toe, langs de voorbereidende stilte met een garven rijke goede wil en een mild warm hart !
Wat is het zoet je zoen! – Wat is er schoner dan jou lief te hebben?
Wie is er gelukkiger door jou dan
Je Liefste !

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *