Dinsdag 30 augustus Sim 12de brief

(nvdr: 30 augustus is een woensdag, Sim dateert de brief op een dinsdag, en begint met te schrijven “Maandagmorgen…)

Dinsdag, 30/8/50 –

Mijn beste Nand,
Maandagmorgen… de stuifregen koelde mijn warm gelaat. De mailboot groette me.. het was een zeer drukke morgen om mij, deze keer voelde ik, en bijna hoorbaar, het bonzen van mijn hart. Heb je het gevoeld.. de ganse reis bleef één “communie”. Te halftien thuis. De oudjes vonden het zeer verstandig dat ik de nachtelijke reis niet eenzaam had ondernomen.. Met een forse lichamelijke inspanning, stond ik om twaalf reeds te Lier op zaken. De zakengodinnen zijn ons zeer gunstig gestemd… of zijn ze minstens op mij niet ijverzuchtig. ’t Begon dus maandag en zoëven kwam ik thiuis met éénzelfde zakencijfer op drie dagen dan een gewone zomermaand. Het maakt me dubbel gelukkig je dit te kunnen schrijven. (noodzakelijk practisch – hm!)
Nand, kan ik je schrijven hoe je me overal volgt – zie je ben ik mezelf nog? Neen – ik denk aan je en voel me steeds zeer dicht bij jou. Een dagreis lang hoor ik je stem om mijn hoofd… Wanneer je plots zwijgt vraag ik je antwoord… en ook jij wijkt niet van me. Is er een pijn vast aan het niet te kunnen overschouwen van een te groot geluk aan het ontroerend bewijs dat ik je brief hier in mijn bevende handen hou en als het ware mijn handen weer om je hoofd mag heenslaan zó beduidend teer en aanhankelijk. Ik heb behoefte aan een krachtig accoord te slaan het uit te jubelen – Nee, dàt niet, Nand, te mijmeren dan, zeer stil en onhoorbaar je woorden te herhalen ze voor me uit te prevelen. Was ik ooit zó bewust gelukkig vrouw te zijn? Ik heb je ontmoet. Waar brak plots al mijn sluimerend verlangen in me wakker in een gans nieuwe wereld? Ben jij dan mijn jonge God, die scheppend die onstuimigheid in me levend riep. Het is onuitstaanbaar heerlijk vrouw te mogen zijn… Voor jou Nand, voor mijn geliefde – Ik dank in jou de Grote Architect!
Is het geluk veeleisend? Maar schakelt onze liefde die “veeleis” niet automatisch uit. Wat ligt nog buiten ons? Wat is er anders nog in ons dan deze eindeloosheid die we in ons hebben uitgepuurd en aanvaard? Mijn leven begon in jou en onbewust reeds vergroeid ligt het klaar verbonden ja zó getekend van alle tijden…
Wijl je me schreef, zocht ik maandagavond in Goethes Werke het vers op waar we vergeefs naar bladerden zondag herinner je? – Het is zó schoon, en… pas ontdek ik de volheid ervan. “Mein Busen drängt sich nach ihm hin, Ach dürft ich fassen und halten ihn. Und küssen ihn, so wie ich wollt! An seinen Küssen vergehen sollt”! (*)
Mag ik mij vanavond noemen, Nand,

Jouw weerloos Gretchen?

Ps: Ik vind het jammer dat ik geen uitweg zie je te ontmoeten. Mijn eerste reis met de nieuwe wagen in de proefrit op de “autostrade” tot Jabbeke dat loopt nog tien dagen aan – ‘k Gaf ontslag bij de toneelgroep – ben anders hoffelijk verplicht zondag te offeren.. (**) Openluchttheater te Maaseik. Davidsfonds geloof ik…
Ik hou van je – ik verlang naar je – Nand – Nand –

 

(*) “Mein Busen drängt sich nach ihm hin…” uit “Gretchen am spinnrade” :
Een lied gecomponeerd door Franz Schubert op een fragment uit “Faust” van Goethe. Nand zal in zijn volgende brief wijzen op de wat lugubere connotatie (informatie over lied en tekst via blauwe link hierboven)

“Gretchen at the Spinning Wheel) is one of the most famous songs that Schubert wrote and he accomplished this feat at the tender age of 17! Listen to the spinning in the piano part and when she sings of his kiss, the movement stops and little by little starts up again, as a spinning wheel would. Goethe, the poet of these words, never heard this song, but I’m quite sure he would have liked it, despite his dictum that the mind’s ear shouldn’t be distracted from the words.”

Versie gezongen door Kiri Te Kanawa, met bladmuziek en tekst:

Tekst (Sims citaat in het blauw):

Meine Ruh’ ist hin,
Mein Herz ist schwer,
Ich finde sie nimmer
Und nimmermehr.
Wo ich ihn nicht hab
Ist mir das Grab,
Die ganze Welt
Ist mir vergällt.
Mein armer Kopf
Ist mir verrückt,
Mein armer Sinn
Ist mir zerstückt.
Nach ihm nur schau ich
Zum Fenster hinaus,
Nach ihm nur geh ich
Aus dem Haus.
Sein hoher Gang,
Sein’ edle Gestalt,
Seine Mundes Lächeln,
einer Augen Gewalt,
Und seiner Rede
Zauberfluß,
Sein Händedruck,
Und ach, sein Kuß!
Mein Busen drängt sich
Nach ihm hin.
Ach dürft ich fassen
Und halten ihn,
Und küssen ihn,
So wie ich wollt,
An seinen Küssen
Vergehen sollt!

Engelse vertaling:

My peace is gone,
My heart is heavy,
I will find it never
and never more.
Where I do not have him,
It is like the grave to me.
The whole world
Is bitter to me.
My poor head
is deranged.
My poor mind
distracted.
For him only, I look
Out the window
Only for him do I go
Out of the house.
His tall bearing
His noble form,
The smile of his lips,
His eyes’ power,
And his talk’s
Magic flow,
The clasp of his hands,
and ah! his kiss!
My heart yearns
for him.
Ah, might I grasp
And hold him!
And kiss him,
To my heart’s content,
Under his kisses
to swoon!

(**) ” ‘k gaf ontslag bij de toneelgroep”: waarschijnlijk op aandringen van Nand of omdat de voorstellingen steeds in het weekend vallen en zo ontmoetingen verhinderen. In ieder geval een toegeving van Sim, het was immers voor haar een leuke bezigheid…, zie ook Nands commentaar op het einde van volgende brief.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *