Maandag 28 augustus 11de brief Nand

Opmerking: Na drie weken is het ijs gebroken en spreekt Nand Sim voor de eerste keer met “Liefste” aan… Een grote stap, zo blijkt:

   

Gistel den 28.8.50

Liefste,
Maandag avond, thuiskomst na twee belevenisrijke dagen.. Mijn aangezicht en nek zijn bruin gebrand door de zon, in mijn herinnering zingt een zoete “melancholia” (1). Dezen morgen deed ik nog een wandeling langs het water: groot en glimmend lag het er in haast roerloze rust. Ver, onwezenlijk ver aan de kim, de vissersvloot. De mailboot die ’s avonds te voren zo aan haar meertrossen rukte, voer uit.. Ik heb mij neergezet, ietwat vermoeid, stil, uiterlijk stil: ergens onder de stille oppervlakte bewegen heimelijke stromingen. De storm is niet geheel gaan liggen (ligt hij wel ooit helemaal stil?) Ik zie voor mij uit: niets dan verte, tot ik niéts meer zie. Er gaat een andere verte open: die in ons. Hoe goed is het de wereld-in-jezelf te voelen woelen, te luisteren naar haar gestadige golfslag, naar haar ebbe en vloed zonder einde! Het lijden dat met een ijskorst zoveel had toegevroren is machteloos gebleken. Ik hoor het knallen van de schotsen, de wateren zijn bevrijd: het is voorjaar, het is lente. Het hart is sterker dan het lijden. Ik weet dat ik nog aarzel, dat ik schrik heb voor dit plotseling ontwaken. Vandaag heb ik voor het eerst mijn schroom ietwat overwonnen, en er mij rekenschap van gegeven dat jij mijn “Liefste” bent. Liefste, liefste, het ruiste zo plots door mijn denken. Liefste! Zoete zang die zoveel aankondigt. Nog durf ik je niet met al de namen te noemen die in mij opwellen en waaronder de allermooiste: mijn kind, kind van mijn gedachte, van mijn zoeken en twijfelen, van mijn lijden en mijn hele Zijn. Met bevende handen, zo grijp ik dit geluk aan: zo licht breekt dit bezit, wijl al te broos, in onze vingeren zelf. Je zegt mij dat je eindelijk vond datgene waarnaar je heel je leven hebt verlangd.. Hoe groot moet je geluk zijn, Liefste; welke genade is dan je leven te beurt gevallen! Ik sta en wacht, en huiver om wat een zalige belofte is, een nabije zekerheid, een onnoemelijk geluk.
Zie, het geluk is veeleisend. Het wil dat wij voor het bezit van zijn verrukkingen, bereid zijn onszelf veel te ontzeggen… Zullen wij boven dit alles heen onze “communie” bewaren, zullen wij ons eigen bestaan weten te dwingen naar de ascese van het volledig één-zijn?
… Ik heb mijn pen een wijle neergelegd. Is het volledig één zijn wel mogelijk? Deze vraag althans kan ik met “ja” beantwoorden. De geschiedenis toont ons voorbeelden van twee mensen, lijf én ziel, tot één verbonden wezen. Ken je de sonnetten van Elizabeth Barret, “Sonnets from the Portuguese”? Zij zijn gericht aan den dichter Browning en zingen hun beider grote, levenlange liefde. “I love thee with the breath, smiles, tears of all my life”.. (2)
Wie zoiets zeggen kan, weet wat liefde is.
Het is nu stil in mijn studio. Een onweer trok boven ons hoofd voorbij. Ik heb er zeer weinig van bemerkt. Maar de plotse stilte na het den ruisenden regen, brengt mij ineens zo dicht bij jou. Het moet schoon zijn te zitten in eenzelfde stilte met de geliefde. Elk is bezig met zijn werk. Ik zie je zitten onder de schemerlamp, lezend, misschien naaiend aan heel kleine kleertjes..
Ik zoen je innig, Nand

Ps: Ik weet niet wáár en voor welk publiek je optreedt zondag a.s.

Commerntaar

(1) “melancholia”: “Mild und leise wie er lächelt (Isoldes Liebestod)” uit: „Tristan und Isolde“, Richard Wagner (1813-1883)

(ondertiteld, de zang begint op 10:00 min.)

Mild und leise
wie er lächelt,
wie das Auge
hold er öffnet —
Seht ihr’s, Freunde?
Säht ihr’s nicht?
Immer lichter
wie er leuchtet,
stern-umstrahlet
hoch sich hebt?
Seht ihr’s nicht?
Wie das Herz ihm
mutig schwillt,
voll und hehr
im Busen ihm quillt?
Wie den Lippen,
wonnig mild,
süßer Atem
sanft entweht —
Freunde! Seht!
Fühlt und seht ihr’s nicht?
Höre ich nur diese Weise,
die so wundervoll und leise,
Wonne klagend,
alles sagend,
mild versöhnend
aus ihm tönend,
in mich dringet,
auf sich schwinget,
hold erhallend
um mich klinget?
Heller schallend,
mich umwallend —
Sind es Wellen
sanfter Lüfte?
Sind es Wogen
wonniger Düfte?
Wie sie schwellen,
mich umrauschen,
soll ich atmen,
soll ich lauschen?
Soll ich schlürfen,
untertauchen?
Süß in Düften
mich verhauchen?
In dem wogenden Schwall,
in dem tönenden Schall,
in des Welt-Atems wehendem All —
ertrinken,
versinken —
unbewusst —
höchste Lust!

(2)  “Elizabeth Barrett Browning (Coxhoe Hall, nabij Durham, 6 maart 1806 – Florence, 29 juni 1861) wordt beschouwd als een van de belangrijkste Engelse dichters van het Victoriaans tijdperk. Ze werd bewonderd door tijdgenoten als William Makepeace Thackeray, Edgar Allan Poe en Alfred Lord Tennyson, was een bekwaam vertaler van Griekse teksten en een gepassioneerd abolitionist en feminist. Haar liefdessonnetten Sonnets from the Portuguese, waarin de bekende versregel ‘How do I love thee? Let me count the ways’ voorkomt, zijn nog steeds populair.”

Sonnets from the Portuguese, geschreven in 1845-1846 en oorspronkelijk uitgegeven in 1850, is een verzameling van 44 sonnetten over de liefde tussen haar en haar man Robert. Verreweg het beroemdste gedicht uit deze verzameling is nummer 43:

How do I love thee? Let me count the ways.
I love thee to the depth and breadth and height
My soul can reach, when feeling out of sight
For the ends of Being and ideal Grace.
I love thee to the level of everyday’s
Most quiet need, by sun and candlelight.
I love thee freely, as men strive for Right;
I love thee purely, as they turn from Praise.
I love thee with the passion put to use
In my old griefs, and with my childhood’s faith.
I love thee with a love I seemed to lose
With my lost saints,—I love thee with the breath,
Smiles, tears, of all my life!—and, if God choose,
I shall but love thee better after death.

Manuscript:

Zie ook:

https://en.wikipedia.org/wiki/Elizabeth_Barrett_Browning
en
https://en.wikipedia.org/wiki/Sonnets_from_the_Portuguese

Robert Browning:

https://en.wikipedia.org/wiki/Robert_Browning

Hun zoon: (bewaarde artistieke erfenis van zijn ouders… )

https://en.wikipedia.org/wiki/Robert_Barrett_Browning


Opmerking: Dit is de enige brief waarvan ook een kladversie bewaard is. Hij is geschreven op doorslagpapier, waardoor het handschrift op de achterzijde zichtbaar wordt. Waarschijnlijk begon Nand zijn brieven meestal eerst in het klad, het past ook bij zijn karakter: enkel een “net geschreven” brief is het verzenden waard…
De verrassende ontboezeming “Liefste, liefste…” ontbreekt hier:

 

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *