Maandag 11 september Nand 17de brief

Maandag 11 sept. 50.

Liefste,
Gister avond heb ik bij het licht der sterren (“langs de sterren” ware beter gezegd..) mijn weg naar het Noordstation gezocht. Ik vlood, licht als de lucht en als het ware geheel ontaardst. Boven mij, altijd weer tussen de daken opduikend, zag ik het klaar gelaat van Venus, dat door het gebladerte heen, ons zo stralend had toegelachen. En voor mij uit, zag ik je aangezicht met de gesloten ogen, vreemd belicht, vreemder nog overtogen met onrustige schaduwen van bladeren in den avondwind. Wat was je schoon, Liefste, hoe geheel vervuld van een inwendige, voor mij onzichtbare aanwezigheid. Een glimlach, neen het was geen glimlach, veel minder en toch veel meer, een innerlijk licht doortrok je voorhoofd, je wangen, je mond: zij leefden voor mij vergeestelijkt in den nacht, stil, zonder een woord, zo nabij, zo rustig in hun onrust. Altijd nog zie ik je in een nieuwe gedaante. Altijd verras je mij door een nieuwe gave, door de openbaring van een onbekend facet in jezelf waarvoor ik je dankbaar ben. Werd je het gewaar gister avond hoe een nieuw gevoel mijn woord en gebaar heeft verinnigd? Het is – sedert ons gesprek in de “Horloge” (1), een gevoel van bewondering voor mijn Liefste, van ontzag en van schroom. Reeds heel den dag hoor ik altijd hetzelfde woord in mijn zingen: dapper, dapper kind. Ik wist het reeds, na ons gesprek in de Bodega te Oostende (2)(Ballet-avond..) hoe je voor iemand kon “vechten”. Ver van je die houding en zelfs je genegenheid euvel te duiden, heb ik toen beseft dat er in jou een grote reserve aan kracht moest schuilen. Jij hebt den wil van hen die veroveren als zij eenmaal verwonnen werden, en stand houden, wat het ook koste. Zwak ben je (herinner je mijn woord?) maar sterk in je zwakheid. En nu ik dit woord van je vernomen heb, ben ik eerst gaan beseffen hoe juist ik je had gepeild. Met stillen eerbied kijk ik voortaan naar je op, naar jou die mij je “heerlijke geliefde” noemt, en die zelf zo heerlijk bent, zo moedig, zo klaar, dat ik je met nog meer schroom benaderen moet. Het is niet moeilijk sterk te zijn als men niet weet wat zwakheid is, en vér van het gevaar zal men niet licht in gevaar verkeren. Maar wie honger en weifeling en zielenood heeft gekend, wie door zijn hart hartstochtelijk heen en weer werd gerukt, en toch dat hart bedwong, die is het waardig dat men als bij de geheel-verhevenen, den zoom van zijn kleed kust. Liefste, dapper kind, ik kus de zoom van jou kleed. Ik heb je niet meer lief. Het is veel meer geworden. Onthou goed: ware het anders geweest, het zou niets hebben gewijzigd. Het verleden bestond niet meer – alleen onze toekomst. Doch nu gaan wij die toekomst in met een verheven glans op je gelaat. Je bent mij onzeggelijk schoner én kostbaarder geworden. En nu ik je in den huiskring zag, ietwat overstuur, het is waar, maar in de aanwezigheid van je geliefden, ben ik veel dichter tot jou genaderd dan langs de weg der liefkozingen. Ik moet het niet meer beklagen dat ik den zomer aan zee met mijn bruine, blonde lief niet heb mogen beleven.. In de grote sofa bij het rustig klokgetik, met jou hoofd op mijn schouder, beleefden wij de voorafbeelding van wat oneindig bestrevenswaardiger is dan dat alles: het eigen tehuis.
Wil je ouders danken omdat zij mij zo hartelijk, zo eenvoudig-oprecht ontvingen – je ouders, je zus, je broer, en hen zeggen hoe gelukkig ik mij achtte in jullie liefderijken kring te worden opgenomen, en met evenveel liefde te worden bejegend. Heb ik het na dit bezoek verdiend dat ik je mag noemen met den naam die ons inniger bindt dan voorheen, dat ik je “mijn verloofde” mag heten? Mag deze brief je de eerste kus brengen van
je verloofde?

P.S. zakelijke mededelingen!
1. Ik was aan ’t hotel in 35 minuten. Te 1 uur stipt.
2. Ik weeg nog slechts 112 kilo (zonder schoenen en pak ware dat 112 – +:- 3 = 109 kilo.) (word normaal!)
3. Ik heb dezen morgen mijn opwachting gemaakt bij J. de Spot (hoofdredacteur “Nieuwe Gids”) Hij zal mij verwittigen als er “iets” is – wij zijn n.l. ook bekenden. Maar de zaken gaan slecht met de Gids, die eerlang versmelt met “ ’t Volk” Daar is dus niet veel te verwachten – lacy!
4. Je wordt hier verwacht zaterdag a.s. voor het middagmaal. Je laat me nog wel weten of je er zijn kunt.
5. Op keerzijde een van mijn kinderversjes (geen tijd meer.. post!)
6. Memento: hier liggen voor ons beschikbaar 5 paar.. lakens!


(1) “Horloge”: brasserie (Brussel/Schaarbeek)

(2) “Bodega”: brasserie met dansgelegenheid op de dijk te Oostende:

prentkaart jaren ’20:

jaren ’50:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *