Woensdagavond 13 september Sim 18de brief

Woensdagavond, 13/9/50.

Mijn eerste en enige Verloofde!
“Hoor, alles spreekt, hoor, alles zingt: wij hooren wind en water, hooren alles.”
Elke avond prevelt m’n gebed een vers van jou. Ik sla het boek open ergens onbepaald en mijmer om een beeld een idee van jou en het is goed, want de avond maakt me rustiger, Nand, minder gejaagd. Wat dagen door me heen wentelen! (een prijslijst was mij een bladwijzer voor “Ask en Embla”) Ik moet zeer diep aadmen naar een bevrijdende lucht bijna. Weet je zó ondraaglijk is me een pijn lichamelijk tastbaar om dit immer groeiende geluk. Het klinkt weer zeer bevreemdend misschien en toch is het zó, is elke dag een langzaam dieper verteren en word ik in ziel en leden onuitwisbaar getekend… een sacramenteel merkteken hetwelk me in ons zelve pijnlijk griffen? Was ik nog niet bereid om dit heerlijk bezit of is het steeds die angst, die glimmend donkere menselijke angst.. Nochtans ben ik gans gestorven aan wat me voor een zestal weken nog een schijnbaar vertrouwde wereld was. Ik ben de aflijvige van mezelve! Jij werd uit dit verscheiden in mij geboren, Nand, en alles concentreet zich om jou, om jou alleen… Jij bent mijn eerstgeborene? Nu de ruimte ons gescheiden houdt ontleed ik deze weemoed om die schone uren die we bewust bezaten, maar aan de rand van deze herinnering slaat weer even snel de branding van het hartstochtelijk verlangen om die jonge dag van morgen!
Ik ben verheugd omdat je schrijven een schaduw wiste uit ons zondagmorgengesprek: de zekerheid dat je begreep wat je pijnlijk vernam. Ik zelf ben beschroomd om wat je me zó heerlijk toebedeeld. Waar ligt de verdienste?  Ik wist toch dat je komen zou als mijn jonge god uit die wereld van mijn kinderdromen, mijn jongemeisjesverlangens, dat je eindelijk komen zou glansrijk en klaar uit mijn verwarrend tastend zoekend vrouw-zijn, uit de dodende schijn van een hopeloze luidruchtigheid.
Ik dank je mijn leven. Elke gave wil ik je brengen. Mijn hele zijn ligt gestrekt op de sterke pateen van je handen. Jij mijn hogepriester. Zal de Heer dit blije offer zijn zegen ontzeggen?.. Twee mensenkinderen gaan in mekaar Zijn God-zijn zelf benaderen (voor mij schrijden hand in hand Ask en Embla.. schoon!)
De huiskring deelt mijn vreugde om jou. Sedert je komst werden de dingen hier om mij eéns zo vertrouwd. Jij hebt ze beroerd met je eerste aanwezigheid. Vader vond het alleen jammer dat dat hij niet al te flink was, en niet vertellen kon zoals hij dat gewoonlijk doet!
Met onverwoordbare ontroering beantwoord ik je verlovingskus!
Je liefste
P.S. Practische (hm) antwoorden!
1. Een prestatie die 35 minuten van hier naar ’t N. Je klopt de “Marathon”!
2. Kan ik die dankbare gewichtsafname op mezelve overnemen?
3. Doet niets, Nand, Mijn zaken schieten nog steeds op dus… 1-1 time!..
4. Ik verheug me zeer op dit nakend week-end. De wagen is te Brussel bij de douane. Indien ik (zoals beloofd werd) hem vrijdag afhaal kom ik zaterdag. ‘k Verwittig nog telegrafisch. Plaats en tijd. Voor de Plaats zouden we kunnen zeggen: jij wacht in of aan de “Tourmalet”(1). Ik kom van de autostrade uit Jabbeke.
5. Hier bijgevoegd een “critiekrijp” vers!
6. “Ik ben de wereld te rijk!!”
7. Het is te laat ik kan de grote post niet meer bereiken – Je bekomt mijn brief pas vrijdagmorgen dus..


Ik heb in grage greep behoort
geluk, waaraan geen grenzen groeien,
nog wijlend om het tere bloeien
der blijde boodschap van uw woord.

Waarom ik U nu nadertreed
in een bekennen vrij van schromen?:
ik kan dit ritme niet ontkomen
waarvan gij ’t eerste zijn bekleed…

en in het schrijn verworven dromen
gaar ik Uw woorden nu, gelijk,
nog bevend in een bleek bereid,
een bloesem op de najaarsbomen.

in laten licht tot bloei verkoren
vermetel trots om elk verwijt
dat gij mijn traag bezit bereidt
maar dankbaar om elk nieuw bekoren.

Annuntiatie van uw woord
Puur uit dit vers de warmste schijn
ben ik versteekling aan uw boord?…
dan, “Licht het anker, Kapitein!”

Je Liefste


(1) “Tourmalet”: Brasserie “O’Tourmalet” te Gistel werd verkocht en in december 2018 gesloopt. Het werd vroeger uitgebaat door de wielrenner Sylvère Maes (1909-1966), tweevoudig Tourwinnaar. De naam verwees naar zijn overwinning op de legendarische col.

Google streetview 2017:

december 2018:

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *