Zondagnacht 26 augustus Sim 10de brief

Oostende, zondagnacht, 26/8/50

Mijn jongen!

Jij moet ongeveer thuiskomen van de nachtelijke fietstocht. Ik heb je zeer trouw – nauwkeurig gevolgd langs de heenreis, en ‘k voel me niet eenzaam. Jij bent zó ongewoon dicht bij me en ik weet met zaligvaste zekerheid hoe klaar me dit geluk is – elke onrust elke verwarring wordt me slechts nader in die vrees om dit geluk..

Laat het mij herhalen, Nand, ik beleef en onderga het wonder. Het heerlijke waarop elk mensenhart wacht. Je brief hou ik in mijn handen als een innige nachtgroet: “Ich bin bei Dir – Dus bist mir nah” (*).
Ik laat nu deze avond weer zeer traag in me bezinken. Ik vrees van niet klaar te komen, zo schoon en innig was hij – en mild; en mijn avondbeē, Nand bestaat hier slechts in: de Heer te danken omdat alles terecht kwam. Om die zegevaste zekerheid dat jij mijn jongen, ik

Je meisje ben!

(*) “Ich bin bei Dir – Dus bist mir nah”: zie opmerking 5 vorige brief.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *