Dinsdagavond 17 oktober Sim 26ste brief

17/10/50.

Ask mijn ! (1)

Het is dinsdagavond. Je verwachte brief hou ik in mijn handen. De ganse dag verlangde ik naar dit avondlijke nieuws – of kan ik dit gevoelen nog verlangen noemen en is het al reeds niet een bereikt bezit? Een bezit steeds groeiend en vollediger, Nand, sinds onze laatste ontmoeting ben ik veel rustiger geworden is het omdat de vrees stilaan wijkt van me en plaats maakt voor een jubelende overmoed om jou. Ik mocht je ontmoeten bij je thuis! Weet je hoe helkaar ik je nagaan kan een hele dag lang in je werkkamer voor het raam, in je huiskring, op het land. Het was goed dit week-end. Ik ben niet hier, ik ben bij je vanavond. En werd onze ontmoeting hier afgebroken – ik weet hoe een heel leven nog te vullen met een werkelijk tastbare droom van al het schone wat we saam mochten beleven: die zeldzame broze uren die de onze waren waarrond ik niets meer wensen kan. Ik schrijf je en om mijn  wijsvinger schittert de ring ontroerend schoon, ik weet niet hoe ik je danken moet en je ouders om die dagen bij hen doorgebracht. Zeg hun hoe gelukkig ik er om ben. Hoe blij en fier dat ze mij hebben aanvaard, en dat het mij gegund werd in hun leven te treden naast jou, Nand, ook hun kind te mogen zijn. Ik dank hen. Je ingoede vader en je vroom moederke.
“Dit alles is nog maar een begin.”, zeg je. Ik huiver, Nand, om die eigen vreemde wereld die losbreekt in me soms, zeer heftig soms, maar je bent er met je rustige woord. Ja, leer me jouw wereld gans ontdekken de eindeloze tocht naar jou gebied, mijn tijdeloze! Al weet ik me soms zó klein naast je vooral sinds zoveel nieuwe facetten van je werkvermogen me nog dieper hebben ontroerd. Hoe heeft de Heer mij begenadigd dat ik jou ontmoeten  mocht en je “mijn” noemen! Jij brengt mij alles wat ik ooit kon verlangen. Jij hebt elke droom verpersoonlijkt in jou. Hoe zal ik je steeds liefhebben in een algevend gebaar van alles wat ik heb en alles wat ik ben, toch weet ik dat je nooit alleen mij zult behoren, er is het dwingende gebied van de kunst die je mint, ook dit gebied zal ik begrijpen als jou “weerbeeld” en het aanvaarden in het glas van jou schepping!

Woensdagavond

Het was een zeer zware dag gisteren en ik kon mijn brief vóór de morgenpost niet klaar krijgen. De eerste ritten met de nieuwe wagen zijn niet prettig. Ik ben met vader, Finneke gaan bezoeken op het dorp (2). Vandaag was ik te Lier en Antwerpen waarom ligt Gistel zó ver!.. Zondag moet ik terug naar dat eenzaam dorp ! dus van dit week-end is weinig zonkant te bespeuren. Ik rits in de week naar Gent. ‘k Verwittig je tijdig ! Morgenavond mijn “zwanezangoptreden” of hoe noemt men zo’n laatste optreden… Denk je aan mij? Groet je lieve ouders zeer hartelijk van me ook van mijn nestje hier ! Vergeet het bezorgde nichtje Simonne niet. (voor de beloofde chocolade zorg ik!) Je photo’s omringen me (er ligt er eentje in de wagen bij me!!) dat is minder eenzaam – ik zie je glimlachen – Ja, die glimlach van je ! Ik was zeer blij verrast met het telefoontje van je. Ik rij vlug naar de grote post om deze velletjes te verzenden. Kon ik je zeggen of verwoorden althans hoe zielsgraag ik bij je was, misschien zou ik je niets dan bekijken gans stil en sprakeloos. Zou je begrijpen, Ask mijn
Je kleine Embla (1)


(1) Ask/Embla: verwijzing naar Nands episch gedicht “Ask en Embla“, de eerste mensen.

(2) “op het dorp”: waarschijnlijk Sims geboortedorp Sint-Joris-Winge bij Leuven.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *