Woensdag 27 juni Nand 81ste brief

Gistel de 27.6.51

Liefste,
Ik wil eens in alle kalmte heel ernstig praten. Je bent verleden week naar een feest geweest (1) zonder mij. Ik heb eerst bij toeval vernomen dat je daar ook cabaret-liedjes gezongen hebt. Als verklaring vertelde je mij dat je erheen was gegaan om “Bert weg te brengen”. Nu vraag ik je dit : wil je aan je huisgenoten mijn opvattingen over dergelijke handelswijzen mededelen? Het is in ordentelijke families een geëerbiedigde gewoonte dat indien een zoon of een dochter verloofd is, deze niet naar feestjes gaat zonder haar verloofde. Je huisgenoten doen jou een groot onrecht aan met jou moreel te dwingen hen naar dergelijke avonden te brengen  daar dit jou noodzakelijk moet diskrediteren. Je bent er niet alleen heengegaan je hebt er ook gezongen (je eigen uitdrukking is “de clown uithangen”) Ik moet niet meer herhalen dat ik zoiets mijn verloofde onwaardig vind. Ik zou zeer trots op je zijn mocht je ooit in een artistieke sfeer kunstliederen zingen, maar als een ordinair kabaretzangeresje goedkope liederen tot vermaak van etende en drinkende burgerluitjes ten beste geven vind ik voor jou en voor mij vernederend. Je had dat leventje uit eigen beweging verzaakt omdat je je leven op een hoger plan wou heffen. Het heeft mij zeer geschokt dat mijn verloofde met wie ik Zondagmorgen zo trots naar de Atlanta (2) ben geweest, enige dagen te voren Marikka Rökk (3) platitudes had verkocht voor een soort mensen die, och arme, van niets beter weten. Nu beaam ik het volkomen dat je met je zieke vader uitrijdt en ik ben bereid met het oog daarop mij op het achterplan te houden, maar dat je met je familie uitgaat, buiten mijn voorkennis en tegen mijn zin, dat acht ik als een kaakslag voor mij.
Het is voor mij al lastig genoeg steeds weer met je moeilijk humeur te moeten afrekenen omdat je je zin niet krijgt (zoals zaterdag j.l.) Het is al hard genoeg dat ik omringd ben met vijanden tegen dewelke ik op leven en dood te strijden heb – indien ik nu nog moet ondervinden dat ik op mijn verloofde en aanstaande vrouw ook niet kan bouwen en dat zij achter mijn rug de waarden waaraan ik gehecht ben met de voeten treedt, dan heeft het geen zin dat wij nog verloofd blijven.
Ik schrijf dit neer, niet met humeur, maar met onzeggelijke weemoed, in het bewustzijn dat .. Maar dit volstaat : je zal begrijpen wat ik bedoel. Wij horen, denk ik, niet in elkaars wereld thuis.
En nu probeer ik wat te werken – indien het gaat! Dàag !
Je Nand


(1) “naar een feest geweest”:Sim schrijft in haar dagboek van november 1995:

“En ik grasduin in mijn herinneringen naar de opgeblazen jeugdverdrietjes en onze korte moeilijkheden in 1951 tijdens de aardbeifeesten waar ik met Bert en vrienden alleen had gevierd zonder jou. Je kon dàt moeilijk verwerken en wees me zeer terecht met de bedreiging van een gebroken verloving…”

(2) “Atlanta”: waarschijnlijk het Hotel Atlanta aan de Adolphe Maxlaan te Brussel, dat nog steeds bestaat (nu Hotel NH Collection, een Spaanse hotelgroep):

(3) “Marika Rökk” (1913-2004): Hongaarse zangeres, danseres en actrice die beroemd werd in Duitse films voor, tijdens en na de Tweede Wereldoorlog. Zie ook de pagina “Sim als zangeres en actrice“.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *