Vrijdagavond 12/1/51
Lieve lieve Nand !
Wanneer het vrijdagavond wordt is de week der reisinspanningen voor mij voorbij. Nog wat schrijfwerk voor het firmarapport van zaterdagmorgen.. Deze keer zal er geen gelukkig-zalige overspanning heersen. Begrijp me Nand-lief als ik je komend weet dan moet ik me laten meeslepen met dat jagend gevoel in de verwachting der komende uren. Dat heb ik vorige week nog zeer duidelijk gevoeld toen ik meer dan een uur te vroeg naar het Zuid toereed. Het wordt een vreemd week-end voor me voor ons “Wat zou zonder pijn onze liefde zijn” ! (*)
Ja de zonnedag heeft me vandaag juichend begeleid. Ik heb zeer wilde liedjes gezongen in het wagentje zeer onsamenhangende volzinnen op een geimproviseerd wijzeke. Ik dacht op jou indien je dit “Belcanto” had beluisterd … en toch geloof ik dat je er alles van begrijpen zou. Ik had nood het de zon te verkonden de heendrijvende wolken de slierten jagende wagens langs me heen, de wereld mocht het horen hoe het er in me uitzag. Nand Jongen ik was zó rijk en gelukoverladen. Sinds gisteren kwam mijn aanstaande verbintenis ter sprake bij de Firma. Zekere van mijn “vrienden” of kennissen waren reeds stiekum naar mijn plaats gaan informeren bij Mr Van L. daar ik toch kortelings huwen zou ! Ik legde de situatie uiteen waarop mijn patroon mij absoluut niet ontslagen zou. Hij zegde me trouwens zeer tevreden te zijn over mijn werk. Je weet dat hij wellicht aanvaardbare redenen had kunnen opgeven om me te ontslagen : gebeurlijke werkonbekwaamheid b.v.b.
Je ziet dat deze voorname zijde onzer financies (momenteel!) alleszins stevig staat. Wellicht wordt die datum van mij nog niet zo voorbarig als jij meende op te merken ! Nand, Jongen, kon het waar zijn !
Ik bracht je werk bij de uitgeverij “Vink” ik zag hem niet persoonlijk maar overhandigde je werk aan zijn secretaris. Dat je novelle te “hoog” is kan ons op het eerste ogenblik misschien ontgoochelen om het onmiddellijke resultaat dat we van deze publicatie verwachtten; maar wat breekt het af aan de wezenlijke waarde van dit werk. Het is in die zin “succes” niet Jongen ?? Wist je hoe gelukkig ik ben zó dicht bij jou en je werk te mogen geloven te weten hoe het eens leven zal niet alleen voor ons beiden maar onsterfelijk in de komende tijden. Ik dank je jongen dat ik aan je werk mag deelnemen. Maak dat ik er steeds meer waardiger voor worde. Reeds mocht ik met jou gebieden betreden die ik buiten jou nooit had bereikt, hoe zou ik één ogenblik aarzelen naast jou dit leven te aanvaarden. Al kon ik het niet bepalen, voelde ik, wist ik met zekerheid bij onze vijfdeoogstontmoeting (**) dat jou wereld ook de mijne worden zou onverbreekbaar, heerlijk eenzaam! Niets heb ik verloren, Nand, alles mocht ik ontvangen. Wie zou er naast jou nog iets anders verlangen dat niet jouw beeld jouw zienswijze jouw leven is ?! Geloof, Nand, dat elke dag me nader brengt naar jou, hoe zal ik trachten je zó gelukkig te weten als ik zelf ben
Zeer innig zoen ik je vanavond voor het kleine raampje in je studio. Je Liefste
(*) Fragment uit Nands gedicht “Raratonga“
(**) “vijfdeoogstontmoeting”: zie de pagina “Het Tuinfeest”